In de niaand Mei 1515, kwarn de zoogenaamde Zwarte Loop de
stad vijandclijk overvallen j en riglte er brandstichtingen en velerhande
verwoestingen aau. Gelijken inoedwil pleegden er eenige dagen laler ,
de Geldersche Soldaten . die , onder andere, de kerk van binnen ge-
beel en al uitbrandden.
Men was er naauwelijks tot rust gekomen , of die van den Bour-
gondischen aanhang kwamen, in het solgenden ja a r, 1016, de stad
overvallen ; doch hun verblijf was van körten duur. De vermaarde
Groote P i e r , derwaarts oprukkende, deed hun , met verhaaste schre-
den, de vlugt neinen.
In het jaar 1625 keerden de Bourgondischgezinden terng, verzeker-
den zieh, op nieuw, van de stad, en braken , onder andere verwoestingen
door hen aangerigt, den toren der kerk , die voorheen , oin
zijne ongemeene hoogte, de sebepen zelfs tot in de Noordzee tot eene
baak plagt te verstrekken , tot op het vierkant mnurwerk af.
In 1646 werd aan de stad W orkdm octrooi verleend tot het aan-
leggen van eenen trekweg van daar tot ßolsward, waarop, bij de
sebeiding van Workumer-klokslag, met Wonseradeel en Wymbritse-
radeel, een tolhek geplaatst i s , tot ontvangst van het passasiegeld ,
behoorende aan en strekkende ten voordeele van de stad W orkdm. Na
de voltooijing van dezen weg werd aan de zelfde stad, in 1602 , ver-
gund, dien voort te zetten tot Stavoren, hetgeen echter niel tot stand
kwam , ook nadat de stad Boisward in 1664 weder toesteniming ver-
kreeg, om eene vaart en trekweg van W orkdm tot Stavoren aan te leggen.
Sedert dien tijd levert de geschiedenis der stad niet veel merk-
waardigs op tot in het jaar 1787 , wanneer z ij, meer dan eenige
andere stad in Friesland, tot een tooneel van mishandeling en plundering
verstrekte.
De bewoners van W órkdm werden door den buitengewoon hoogen
vloed . in Februarij 1820, ten sterkste verontrust; want des avonds
van den derden stroorade reeds het water over den dijk bij de zoo-
genaamde opzigtershuisjes , en men voorzagook, dal, bij verheffing van
den wind, het getij eene veel grootere hoogte moest bereiken. Door
de hooge ligging der stad heeft het water echter alleen op de straat
van het Dwarsnoord gestaan, waardoor alzoo aan de huizen en gebou-
wen geene schade van eenig belang is veroorzaakt.' De omstreken
waren echter eene opene zee gelijk , te midden van welke men uil de
bocrenwoningen door vlaggen en noodseinen den reddeloozen Staat te
kennen gaf en om hulp smeekte. Meer dan duizend stuks runderen
en ander vee werden te W orkdm opgenomemen geborgen , waartoe de
stadswaag , stallen, huizen en pakhuizen gewillig werden afgestaan,
terwijl tevens aan de boeren en landbewoners herberging en verzorging
werd aangeboden.
Het vvapen van W orkdm bestaal in een gedeeld schild, regts van goud,
met eenen uit de linkerzijde half te voorschijn körnende arend van sauel ,
en links van sabel , met drie lelien van goud , geplaatst en p a l ; boven
het schild een gokroonde heim en eene lelie daar boven.
WORKUMER-GRONS (DE) o f d b A n s e - B r o d w e r s p o e l , m e e r t j e , p r o v .
Friesland, k w . W eslergoo, g e m . c a l u . Z. v a n Workum, ¿ u . Ü.
v a n Hindeloopen, d a t t e n N. 0 . m e t d e B l o k s l o o t , e n t e n L. d o o r
d e Naa uwe s l o o i , m e t d e V a r d i n v e r b i n d i n g S t a a t .
WÜRKUMERHER (HET), een gewoon hek ter keering van vee,
prov. Friesland, kw. Westergoo, op den zeedijk aan de grenssebei-
dinp- tusschen het grondgebied van Workum en de griet. Wonseradeel.
Bij dit hek viel in Februarij 1820 eene doorbraak in den zeedijk,
waardoor een groot gedeelle lands ondervloeide.
WORKDMER-MEER (HET), meer, prov. Friesland, kw. Wester-
aoo gedeeltelijk griet. Wonseradeel, gedeeltelijk onder den klokslag
van* Wo r k um , £ u. N. O. van Workum, dat ten N. door den Indi jk
met het P a r r e g a s t er -me e r , ten O. door het kanaal (eene vcrwijde
vaart), ter vereeniging van dit meer met de Grons, met de Wor k u -
me r - t r e k v a a r t , ten Z. O. mede met die vaart in verbinding Staat.
WORKUMER-NIEUWLAND (HET), pold., prov. Friesland, kw.
Westergoo, arr. Sneek, kant. Hindeloopen, voor het grootste gedeelte
gem. Workum en overigens gem. Hindeloopen; palende W. en N. W.
aan de Zuiderzee, N. 0 . , 0 . en Z. 0 . aan den Klokslag-van-Workum,
Z. aan den Klokslag-tfan-Hindeloopen.
Deze pold. is men op het laatst der zestiende eeuw beginnen in te
dijken, nadat Keizer K arel V de stad Workum begifligd had met
den aanwas der buitenlanden, strekkende van de Workumer-zyl tot
digt bij Hindeloopen, welke gift later door F il if s II bevestigd is. Die
hoek des lands werd met groote kosten en zwaren arbeid bedijkt. Eerst
maakte het regenachtige weder het werk zwaar en traag , en als ein-
delijk de dyk voltrokken was, werd die door hooge vloeden en storm-
winden weder gebroken. Naderhand werd het werk hervat en de be—
dijking eindelijk voltooid. Het W orkomer-N ieowlakb beslaat, volgens
het kadaster, eene oppervlakte van 441 bund., waarvan onder ÄiWe-
loopen, volgens het kadaster, 37 bund. 9 v. r. 94 v. ell. Men telfc
er 14 h., waaronder 12 boerderijen, allen onder Workum. Hij wordt
door eenen windmolen van liet overlollige water ontlast. ' Het polder-
bestuur bestaat uit President, Gecommitteerden en Secrctaris.
Na de indijking is deze polder door stormen , hooge watervloeden
en doorbraak van den dyk, driemaal overstroomd, doch de langdu-
rigstc en schadelijkste was die van het jaar 1 7 7 6 , tot herstel van
welke doorbraak en het verder verwoestte aan den d y k , paalwerk
enz. bij na 200,000 gülden zijn besteed, waarvan het meeste door de
provincie, als eene, g ift, en het overige door de ingelanden , tot wel
80,000 gulden en dus meer dan de waarde hunner bezittingen in
dien polder gedragen werd.
In Februarij 1823 viel hier weder eene dijkbreuk, waardoor de
boerenwoningen weldra in eene barre zee lagen , die al hooger en hoo-
ger, tot boven de daken, klom , en de bewoners van zolder tot zolder
of op het hooi en den nok der huizen joeg. Akelig was het gekerm
en hulpgeschreeuw , en niet dan laat en moeijelijk de gelegenheid tot
redding. Het vee was ten deele bij tijds vervoerd , ten deele werd
het nog levend afgehaald , maar versmoorde ook voor een gedeelte in
de golven. Er waren naauwelijks twee of drie woningen , die niet
wegspoelden, instortten of als een bloot geraamle overbleven.
WORKUMER-TREKVAART(DE), vaart, prov. Friesland, kw. Westergoo,
welke in eene zuid-zuidwestelijke rigting van Boisward door de
griet. Wonseradeel naar Workum loopt.
WORRUMER-VELD (HET), streek lands, prov. Friesland, kw.
Westergoo, gem. en Z, 0 . van Workum.
De bewoners dezer streqk moeslen mede de overstrooming van Februarij
1825 ondervinden. De dagen van 5 tot 7 Februarij waren
voor hen dagen van de uiterste angst en bekommering, door de bui-
tengewone opzetting van het water , welke tot -hiertoe aanhield. Het
geheele veld was gelijk aan eene zee. De meeste beesten op de stallen
XII. Deel. 39