onlvangt de walerlossing of B r o e k s l o o t van Veenendaal bij bet land-
goed Lambalgen of Beekhorst, maakt voorts een groot deel der scbeiding
tusschen Wondenberg en Leusden uit , en vormt door vereeniging met
de Fl i e r b e e k en de Mod d e r b e e k , bij de stad Amersfoort, de
rivier de Eem.
WOUDENBERGSCHE-GRIFT (DE) of dr Lichte!iber6sche-Grift, water
in Eemland, prov. Utrecht.
Het is een overblijfsel van de Oude-Schoonderbeeksche-Grift, dat
door kleine watergangen, vaarten en duikers, het water van het oos-
telijk gedeelte van Wondenberg , Geerestein en Henschoten ontvangt ,
en bij de hofstede den Treek in de Woudenbergsche- of Luntersche-
beek loost.
WOUDEN BERGS-VELD (HET), streek gronds in Eemland, prov.
Utrecht, gem. en Z. van Wondenberg.
WOUD-EN-DUIN , buit. in Kennemerland, prov. Noord-Holland,
arr., kant. en 1 u. N. W. van Alkmaar, gem. Bergen.
Dit buit. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene opper-
vlakte van 25 bund. 36 v. eil., en wordt in eigeudom bezeten en be-
woond door den Heer P ieter Bruin Vis.
WOUDER-POLDER (DE), pold. in Kennemerland, prov. Noord-Holland.
Zie UlTGEESTER-WOiDE.
WOUD-HARNASCH, gem. in Delfland, prov. Zuid-Holland. Zie
Groeneveld.
WOUDHUIS of WoiTHüis , bunrs. op de Middel-Veluwe, prov. Gelderland,
distr. Velvwe, arr. en 7 u. N. van Arnhem, kant., gem.
en 1 u. 0 . vafr Apeldoorn; met 19 h. en rnim 130 inw.
WOUDMANSDIEP (HET), water, prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Leeuwarderadeel, dat, bij de Froskepolle , uit de Grons körnt
en met eene oostelijke strekking in het Lang-Deel uitloopt.
WOUDMEER (HET), pold. in Geestmer-Ambacht, prov. Noord-
Holland, arr. Alkmaar , kant. Schagen, gem. Haringcarspel; palende
N. aan Koelenburg, 0 . aan Spekcter, Z. aau Geestmer-ambacht, W.
aan den Ring-polder. > ■
Deze pold., welke in het jaar 1634 bedijkt is , beslaat, volgens.het
kadaster , eene oppervlakte van 215 bund.; telt 9 h., waaronder 8 boer-
derijen , cn wordt door eenen molen, op den Raaxmaatsboezem, van
het overtollige water ontlast. Het polderbestuur bestaat uit eenen Dijk-
graaf en drie Molenmeesters.
WOUDPOLDER (DE) of de W oudsche-poider , pold. in Helfland,
i prov. Zuid-Hollarul, arr. ’s Gravenhage, kant. Delft , gem. Hof-van-
Del f t ; palende N. W. aan den Oude-Broek-polder, den Oude-Wate-
ringer-Veld-polder en den Nicuw-Wateringer-Veld-polder , N. 0 . aau
den Harnasch-poldcr , Z. 0. aan den Hodeiipijlsche-polder, Z. W. aan
den Groeneveldsche-polder.
Deze pold. beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
418 bund. 51 v. r. 71 v. eil., waaronder 406 bund. scholbaar land,
en wordt door twee molens , een op de Harnaschwalering en een op de
Monslersche-watering , van het overtollige water ontlast. Het land ligt
1.88 eil. onder A. P.
WOUDRICHEM, kerk. ring, prov. Noord-Braband, klass. van
Heus den.
In dezen ring telt men rnim 8400 zielen, onder welke 2200 Ledema-
ten , uitmakende de volgende 7 gem.: Almkerk - e n -Emmikh o ve n ,
Gi e s s e n - e n -Ri j swi j k , O p - e n - N e d e r -A n d e l , S l e e uw i j k ,
U i t w i j k - e n -W a a r d b u i z e n , We r k e n d am- e n - d e - Werk e n
en Wo u d r i c hem . Men telt er 8 kerken en 7 Predikanten.
WOUDRICHEM, voorheen Waldrichem , Walrichsheim , Woebricks-
reih , plattelandst. .in het Land-van-Altena, prov. Noord-Braband,
Tweede distr., arr.' en 6£ u. N. W. van 's Ilertogenbosch, kant.
en 3 ii. N. W. van Heusden, gem. W oudrichem-en-Oudendijk, op
den linkeroever der Maas , die zieh v66r de stad in de Waal stört,
welke van daar, onder den naam van Merwede , harc noordzijde be-
spoelt. Over eerstgenoemde rivier is een schuitenveer op Loevestein,
en over laatstgenoemde een dergelijk stadsveer op Gorinchem en Da-
lem. Zoodra er passagiers zijn , gaan de veerlieden aan het dobbelen,
wie bunner hen zal overzetten , hetgeen zij smakken noemen.
De stad is zeer ond ; zelfs wil men, dat reeds in 690 te Walrichem
en te S a n d w i j c heilige lempels zouden zijn opgerigt geworden. Ze-
ker is het eene der oudste plaatsen in de Nederlanden , in welke de
Christelijkc godsdienst verbreid werd. Het komt als zoodanig reeds
voor op de lijst der bezittingen van het Utrecbtsche bisdom , in 866 (1),
als een vlek (marktvlek), waarvan de Utrechtsche kerk een vijfde toe-
kwam, te gelijk met Ha l t h e n a , We r k e n en R i s w i c , in de na-
buurscbap gelegen. Vervolgens beboorde het onder het oude graaf-
schap Teysterband, en kwam later aan Holland ; terwijl het altoos de
zetel was van de heerl. van het Land-van-Altena. Ook had men er
van ouds eenen watertol. De stad is klein van omvang, doch was
in vroegere eeuwen veel grooier. Ook heeft men. op eenigen afstand
van daar , bij het graven van sloolen, nog grondslagen van huizen ge-
vonden ; die men wi l , dat in de stad gestaan hebben. Sedert de Belgische
omwenteling in 1830 is hier, vooral ook door meerdere bezet-
tin g , grootere welvaart gekomen , waardoor vele huizen vernieuwd zijn
en andere geheel nieuw opgetrokken. Evenwel dragen enkele gebouwen
nog sporen van eenen hoogen ouderdom , blykbaar uit de kunstig in
gebakken steen uitgewerklc versierselcn en de jaartallen , welke men
daarop vindt uitgehouwen. De meeste dragen vreemde namen , als:
de Engel (1595), de Salamander (1608), het Herdt (1603), de vergulde
Helm (1609) enz. Vele wapenborden , die vroeger in de kerk hingen ,
bewijzen ook, dat Woudricheb vroeger door vele deftige lieden is be-
woond geworden. Men telt er thans binnen de wallen 175 h. en on—
geveer 1000 inw., die in landbouw, veeleelt en visscherij hun bestaan
vinden ; ook heeft men er eene zoutziederij. Over de limieten der
visscherij is nog al eens verschil gerezen tusschen Wodbrichem en
Gor inch em.
De naamsreden wordt afgeleid van zekeren Waldricu of Woüdrijk,
welke sommigen willen, dat Heer van Altena zou geweest zijn. Anr
deren vinden Woudrich, Woodrijkheim of Waehicrsiikim , dat zoo veel
als boschrijk zou wezen en veel overeennomst hebben met den naam
des lands Holthena. Gemeenlijk wordt de plaats Workom of Woer-
kum geheelen , ook vvel in oude Schriften Wouderkcm.
Volgens Rademaker (2) deed men reeds in 1460 de stad met bol-
werken versterken , hetgeen echter zeer twijfelachtig voorkomt, daar
die van Turin cn Verona de oudsl hekende veslingen zijn en eerst na
dien lijd dagteckenen.
il) Zie de Catal. van B o o k f . s e ; in M i - e i s C h a r te rb 1, 19.
(2) Kabinei van Ksderlandsehe en Kleef sehe Oudheien, 1). IV, bl. 325.