WÄCHTER (NOORD-) of d e Z b v e n - e ila n d e n , in het Engelsch N o r t i i -
W a t c d e r , groep kleine eilanden in Oost-Indie , in de Straat-van-
Makassar, bij de Westkust van het Sundasche eil .Celebes : 0° 27' N. B
137» 29' 0 . L.
WÄCHTER (ZÜID-), in het Engelsch S outh-W atcher klein eil,
in Oost-Indie , in de Straat-van-Makassar, bij de Westkust van het
Sundasche eil. Celebes; 0» 3' N. B., 137° 10' 0 . L.
WACHTTUM o f W achtum , b u u r s . in b e t d in g s p i l Zuidenveld, p r o v .
Drenthe, a r r . e n 7Jj u. Z. Z. 0 . v a n Assen, k a n t . e n 4 u. 0 . v a n
Hoogeveen, a d m . k a n t . , g e m . e n £ u. N. v a n Dalen ; m e t 48 h . e n
340 in w .
Men heeft er eene vaste bijschool, die gemiddeld door 43 leerI in -
gen bezocht wordt.
WACOBAMA, berg in tVest-Indie, op den noordoostkant van het
Curagaosche eil. Aruba, niet ver van de kust, bestaande uit serpen-
tijnsteen, die in dikke schuins of overeind staande lagen opeengesta-
peld is.
WACOBAMA , r o o i o f r e g e n g e u l in West-Indie , o p d e n n o o r d o o s t k
a n t v a n h e t Curagaosche e i l . Aruba, 0 . v a n d e n b e r g v a n d i e n n a a n i .
WAD (HET) , b., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Kollumer-
land-en-Nieuw-Kruisland, arr. en 7 u. 0 . van Leeuwarden, kant. en
4 u. 0 . van Doekum , £ u. W. ten N. van Burum, waartoe het bchoort.
WAD (HET GRONINGER-), dat gedeelle der Wadden, hetwelk
zieh längs het vaste land uilstrekt van de Lauwerzee tot aan het
Uithuizer-wai). Zie voorts W a d d e n - (De).
WAD (HET .UITHUIZER-), dat gedeelte der Wadden, hetwelk
zieh uitstrekt längs het vaste land, van het Groninger-wad tot aan
den mond der Eems. Zie voorts W a d d e n (De).
WADAKE of volgens een oud bandschrift W acdahem , landg., ver- .
meid in eenen openen bricf van het jaar 8 8 0 , waarbij h e t, door den
Edelen Heer B alderich , geschonten werd aan L u d g e r iu s , den tienden
Bisschop van Utrecht. Het komt daarinvoor, als gelegen.in het Eiland
der Batavieren, aan den linkeroever van den Middel-Rijn , eene ge-
meene Duitsche mijl benedcn Arcnacuni. Men ineent, dal dit landg.
gelegen was ter plaatse, waar nu het d. W a d e n o ije n , in den Tie-
lerwaard, prov. Gelderland ligt. Zie W adenoijen.
WADAN, d. in W est-Indie, res» Amboina, op het Ambonsche eil.
Boero, aan de Westkust.
WADAS, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java , resid. Ka-
doe, reg. Magelang, distr. Minoreh.
Den 20 April 1829 traehtte de vijand, den Kapitein ten H a v e ., die
aldaar met de mobile colonne no. 2 lag, aan te tasten, waartoe eene
troep van ongeveer700 , wel gekleede en'geregelde, manschappen in den
vroegen morgen opmarcheerde, en ten Z. van het dorp Banjoeme-
nang post nam, uit welk dorp eenige schoten met een lila werden
gedaan. Regts van den Kapitein ten H ave had een peloton infanterie
en de barissan van den Tommongong M angoon D iepoeko post gevat, en
na eenigen tijd gewacht te hebben naar de mobile colonne rio, 4 , onder
bevel van den Majoor B a u e r , die in aantogt was, rukte de Kapitein
met zijne overige infanterie en de Alfoeren op, om den vijand in
het front aan te tastpn, Zieh met den Luitenant N et s en een gedeelte
der Alfoeren, ongeveer 80 man sterk, wat te ver vooruit begeven heb-
bende , stiet de Kapitein , bij het kerkhof van Banjoemenang , op ruim
400, behoorlijk in bataille geschaarde , muitelingen , die de onzen tot
«A J. / a nassen lieten naderen, en eerst toen een hevi^ vuur
pn D i t brap'tden Kapitein een oogenblik in veVlegephetd , daar luj
¡ä ä zlfm oordeÄelde; middelerw i»jl" ■w a“s het detacrhe m1e,“ntt rkavatllenr.e de rT 4e ciolonne
onder den Luitenant P a d t b e r g , tot nabij hem genaderd en daar
mede en met de Alfoeren , die onverschrokken stand hadden gehouden ,
werd de vijand nu met zeoveel hevigheid aangevallen, dat by tot over
een raviin werd terug geworpen. Hier had by zieh evenwel in bataille
„eschaard, en de Majoor B a u e r , die hem met zyne jagers reeds van
nabi Jevolgd was , had zijne maatregelen tot eenen tweeden aanval
p-emaakt, welken echter de vijand niet afwacblte, maar sterk geslotin
en in orde terug trok , door de tirailleurs en de vereemgde troepeu
der 2e colonne, tot achter Sambirotto vervolgd wordende. De onzen
hadden bij die gelegenheid 2 dooden en 11 gekwetsten bekomen. llet
verlies van den vijand raoet echter nog al aanzienlyk g eb e s t *U«-
WADDEN (DE) ondiepe watervlakte , zynde dat gedeelte at net
lend voorstrand van de Noordzee begrepen tusschen de eilanden
Terschelling, Ameland , Schiermonmkoog en Rottum ten N. en het
vasteland der prov. Friesland en Groningen ten L. Het bestaat ovei
het algemeen uit ondiepe platen en vlakten , door vaarwaters en meer
of min diepe killen doorsneden. Deze watervlakte , was vroeger veel
breeder dan thans , wijl de aanwassen of kwelders längs den vasten, wal
van tiid tot tijd ingedijkt werden en de duinen op de eilandep , meer oost-
en landwaarts overstuiven. Reeds toen de Romeinen zieh hier te lande
bevonden , was het onder den naam van M a r e V a d o sum bekend. Uedn-
rende den zomer wordt deze watervlakte door eene memgte plalboorade
vaartuigen van Hamburg, Bremen, Groningen enz. bevaren. Uok.wor-
den er vele schelpen voor de kalkbranderijen opgeviseht. bommige dier
schepen leggen aan den oostkant van Ameland aan, zyn e et yaar
water, dat vroeger veel nader aan Kriesland längs liep, naar dat eiland
verloopen tot onherstelbare schade voor Ameland, wegens de daar-
door veroorzaakte afspoeling van eene gröote uitgebreidheid beste kleien
weilanden. Ondertusschen wordt deze schade een weinig vergoed door
de voordeelen die de herbergiers en winkeliers van het dorp Nes ge-
nieten uit de vertering der hier aanleggende schepen.
Bij de voormalige gesleldheid van ons Vaderland , toen de eilanden
längs de kust nog aan het vaste land verbonden waren , hadden de
Wadden zeker een geheel ander aanzien dan zij thans hebben. We is
waar, was het ook toen eene weeke broekige en dargachtige jlahte ,
welke bij elken vloed door het zeewater overstroomd werd ; doch thans
is het buitenste gedeelte daarvan immer door de zee bedolven. Toen voor
vele eeuwen, — want den juisten tijd heeft nog niemand kunnen bepa-
len , omdat bet ook niet op eens, maar allengskens, -gesehied is , die
ondiepe uilgestrektheid in twee deelen scheurde , waarvan het eene met
het vaste land vereenigd bleef, en het andere de eilanden vormde ,
entstond natuurlijk tusschen beide deelen eene ruimte»of kloof. Deze
laatste werd door het zeewater wederom aangevuld. llierbij kwam de
aanhoudendc en onbelemmcrde werking en schuring der zee , welke nu
reeds zoo vele eeuwen geduurd heeft, en die de Wadden en galeu
hier en daar deed verzanden en op andere plaatsen bewoonde eilandjes
wegspoelden en het vaarwaler steeds dieper en zelfs voor middelmalige
schepen bevaarbaar hebben gemaakt, olschoon het echter niet zelden
gebeurt, dat deze er bij storm en onweder op de meuigvuldige platen