Plaat LXXIII, Afbeelding van de
T orretjes, D oodoraa-
v e r s en S c h i l d PAo-
JES* tegenoverBladz. 267
Ftg. 1. Het Spek-Torretje , natuurlyk
en vergroef, bl. 268
Fig. 2, De Mot - IVorm van bet
Bontwerkers Torretje , ver .
Sr°ot. u. 274
— 3. Een Vederfprietig o/Pluimtorretje.
#.278
— 4 Het gewoone Hout-Torretje.
bl, 283
— 5. Een Bloem-Torretje. bl. 301
— 6. Torretje van de Spaanfche
Tarw. bl. 303
— 7. Zwart Mestkevertje, /«
natuurlyke grootte. b l 313
-— 8. Zeer klein o f Dwergje. bl. 315
—- 9, De Zwarte Doodgraaver. bl. g ig
----10. De gewoone Bonte. bl. 321
,— 11. De Schilddraager. bl. 333
-— 12. De Verandering der Schild-
padjes, a. de Worm o f ’ t
Masker. bl, 343
b. B. de Pop natuurlyk en
vergroot. bl. 346
c. Het groene en roode. bl. 352
d. Hetgroote volgens Sulzer.bl. 356
--— 13. Een zeer fraay groen u it .
beemfcb Schildpadje. bl. 357
Plaat LXXIV . Afbeelding van de
L ievenheers enG o tio -
HAANTJES , de Q l t -
PHANTtegencver
phantjes , enz. Bladz. 369
Fig. 1. De Worm van 't gewoone
Lievenbeers Haantje. bl. 369
•— 2. Lievenbeers Haantje met
Oogjes. bl. 376
__ 3, Uit beemfcb groot, dat zwart
i s , met roode Stippen, bl.386
— 4. Een dito met grooter Vlak•
«— 5. Een dat bleekgeel is met
zwarte Stippen en Vlakken,
zeldzaam gebogheld. bl. 387
— . 6. Groen ferlykgcèronfl Goud
haantje. bl. 395
-r - 7. Bloedklemig o f rood gerand.
bl. 413
-— 8. Springend van deMalva;
vergroot. b l. 418
_ 9. Kaneelkleurig, van voeren
groen. bl. 427
— 10. Afpergie.Torretje. bl. 439
— - i r . Vreemde Gepluimde Ter. U. 449
—— 12. Ceel inlandfcb Olyphantje.
7 bl. 462
.— 13. Craauw gemarmerd, dito. bl, 494
.— 14. Bont Olypbantje. bl. 498
.— 15, 16. Uitbeetnfcbe die zeer
vreemd van gehalte zyn. b l.499
1— 17. Een dito dat gepukkeld is
en Spaanfch Groen van
Kleur. bl. 502
— 18. Baftaard. Olyphantje der
Hazelaar en. bl. 50 S
•— 19. De Byënvreeter. b l . s u
—— 20. Het Bloembeefije, vergroot.
bl.%1'1
Plaat LXXV,