V.
A fdeel.
I.
Hoofd-
stuk,.
f Larva
en krygt haa
te Volkomenheid
in
de Pop.
met reden, een Masker f noemeD, en dit zö
veel te meer, om dat ’er de Kapel m geformeerd,
wordt, gelyk blykbaar is, en tot zyne grootte
komt, of de Vorm van alle zyne Deden krygt,
die op ’t laatft, onder de Huid van de Rups,
als onder een Masker o f Opperkleed, verborgen
zyn.
■ Men. bevindt, dat het Paapje o f de Pop,
Waar in de Rups de laatfle maal Verandert, na
verloop van eenigen tyd de Kapel bevat, aan
welke maar een genoegzaam vafteZdfftandigheid
ontbreekt, om in het Licht te verfchynen: zo
dat zy by ’t uitkomen zelfs nog noodig(heeft,
dat haare Lighaamsdeelen door opdrooging ge*
ftevigd worden. Geduurende een dikwils vry
langen tyd, dat het Infekt zig in deeze tweede
Staat bevindt, ( ’t welk, in fommigen, Maanden
duurt,) komt in de Pop, wanneer menze
opent, niets dan Vogt te voorfchyn: hoewel
van buiten zig de Ledemaaten, Sprieten, Poo.
ten en Kop, reeds van ’t begin a f , in eenigen
zeer duidelyk, openbaaren.
In plaats van de dikkeHuid, daar het Infekt,
onder de gedaante van Masker, mede bedekt
is , heeft de Pop maar een enkel Hoornagtig
dun Velletje, doch dat niettemin vry groots
fterkte aanneemt, en, over de Pooten van het
Infekt heen leggende, dezelve als gebakerd en
langs den Buik aangeplakt houdt, zo wel als
de andere Deelen. Onder dit Vlies is het, dat
alle de Leden van het Infekt en de Wieken in
’t byzonder, haare Volkomenheid erlangen. V.
De laatfte Verandering der Infekten gefchiedt AFDj3Ef"
op dergelyke Manier als de eerfte. De Kapel Hoofd-
by voorbeeld, in de Pop beflooten, doet haar stuk,
L y f , nog lenig genoeg zyn de om méde te kun-^fing dw
een geeven, beurtlings intrekken en uitzetten, Infekten*
door welke ftooten het buitenfte Vlies van de
P o p , ’t welk de Lugt, door opdrooging, reeds
broofch gemaakt hadt, aan Rukken barft. Dikwils
heeft zelfs dit Vlies , in 'zyn bovenfte gedeelte
, twee Voortjes o f Streepen, alwaar de
Huid teerder en dunner is , zo dat z y , op die
plaats , gemakkelyker fplyt. of opfeheurt. Dit
eerfte Werk gedaan zynde, helpt zig het Ia-
fekt met zyne Pooten, die alsdan vry en onbelemmerd
zyn, om het overige van zyn Lig-
haam uit het Omldeedzel te haaien , als een
Degen uit zyn Scheede.
Wanneer de Kapellen dus uit haare Gevangenis
verloft en in Vryheid gefteld zyn, bevinden
zig haar Deelen nog week, dof van Kleur
en de Wieken fomtyds gekreukeld : ja het
Dier is zelfs dikker dan het in ’t vervolg moet
zyn; maar, na verloop van eenigen tyd, ver-
fterkt de Lugt alle deszelfs Leden en maaktze
hard; het Lighaam vafter wordende droogt een
weinig in , en de Wieken öntplooijen zig in
weinige Minuuten ; waar door het in ’t kort
van dezelven gebruik maakt, en een vliegend
Inwooner wordt van de vrye Lugt.
Deeze zo vaardige uitfpreidiüg der Wieken ,
I, Deel. IX. Stuk, d ie