V.
A fdeel.
j j ï
Hoofdstuk
»
nen hebben zy aan de Onderlip een kleine O,
pening, die den Draad een egaalc dikte geeft,
terwyl de uitkomende Stoffe, even als geftnoH
ten Glas, zig fpinnen laat en aan elkander kleeft,
Sommigen fchynen de Tonnetjes of Spinzeïs,
eindelyk, van binnen te bekleeden ofte beftry*
ken met een foort van Vernis.
-Behalve deeze vindt men zekere Tonnetjes
der Infekten, die niet gelponnen zyn, noch
uit een famenweefzel van Draaden famenge-
fteld, maar beftaan uit de Huid van’t Infekt
zelf, verhard zynde. Wanneer de andere Maskers
in Poppen willen veranderen, zo leggen
zy hunne laatfte Huid a f, waar onder de Pop
o f het Paapje verborgen z it : maar deeze ver-
laaten hunne Huid niet, hoewel zy ’er de Lig-
baamsdeelen van ontwikkelen, bly vende, voor ’e
overige, daar in als in een Zak beflooten. Het
gaat daar mede omtrent, als of iemand de Armen
uit de Mouwen van zyn Japon haalc en
dezelve dan om zyn L y f toeflaat, of liever,
gelyk wanneer men de Armen uit de Mouwen
van zyn Hembd trekt, en houdt hetzelve aan
*c Lyf» Die Huid, uit welke alle Leden, vooral
de Pooten, getrokken zyn , wordt hard en
neemt zeer zonderlinge gedaanten aan, nüar ’c
vcrfchil der Infekten : maar zy heeft dikwils
de figuur en zelfftandigheid van een Schaal of
Dop. Als men dezelve opent, wordt 5en
een Pop in gevonden van de tweede Soort,
van die j naamelyk, daar alle de deelen van ’t
Ié*
Infekt in kenbaar zyn. Op deeze wyze ge- V.
fchiedt de Geftaltewiffeling van de Juffers of A fdeel,
Rcmbouten en eenige andere Infekten. In Hoofp .
dergelyke Doppen veranderen ook veele Tor- £TUK*
ren of Torretjes, enz.
Aanmurkelyk is ’t , dat men aan de Poppen Ademhaaiing
. der Poppen.
zo wel Lugtftippen vindt, als aan de Maskers
der Infekten. Deeze, dikwils zonder bewee-
ging, en mecfiendeels geen Spys of Drank ge»
bruikende, hebben om te leeven, z o ’tfchync,
de Ademhaaling noodig. Haare Lugtftippen
zyn veelal eveneens geplaatft als in de Rups o f
Worm, waar van zy komen, naamelyk langs
de Ringen van het L y f S maar, belangende die
van het Borftfiuk en de twee digft aan de Staart,
hebben dikwils byzonderheden plaats. De Lugtftippen
van het Borftftuk maaken fomtyds
kleine Verheffingen of een loort van Hoorntjes
op de P op, die ’er een zeldzaame figuur aan
geeven. Somwylen zyn h e t i n plaats van
Hoorntjes, een foort van Peperhuisjes ofTreg-
tertjes, die naar Ooren gelyken. Eveneens is
het met de twee agterfte Stippen van het Lyf,
die in verfcheide Infekten uitloopen in een foort
van Cylinders , o f lange uitfteekende Buisjes.
Eenige Waterdieren, in de ftaat van Pop, eindelyk
, (welke de genen zyn die de zeldzaamfte
byzonderheden uitleveren,) hebben, in plaats
van Lugtftippen, een foort van Kieuwen, naar
die der Viflchen gelykende, of Kwaften daar
de Lugtvaatjes in uitloopen, en die zy byna
ï» Deel lx. stvk. C 5 on