V .
A fdeel, XIV.
Hoofds
tu k ,
* Zie Bladz.
538.
IX.
Sex-maeulala.
Zesvlakkig.
X.
Quadrifasciata.
Vierhandig.
. XI.
jittenuata.
Puntig.
Zw arte L e p tu r a , met de D e k fch ild en bruingeel
en agt zwarte V la k k e n , haclc U d d m a n
hetzelve getyteld. H y geeft ’er de A fb e e ld in g
v a n , onder den naam van L ep tu ra L am e d , M a n netje
en W y f je . O f het ook de B o k -T o r z y
van het voorgaande G e f la g t , die den zelfden
bynaam voert * , fcheen tvvyfelagtig.
( p ) B o k je dat zw a r t is en de Dek fcb ild en
bruinrood b e e f t , met zes zw a r te W a k k en ,
die aan den rand famengevoegd zyn.
D i t B o k je v ind t men oo k in de Sweedfehe
Boflchen.
( 1 0 ) B o k je dat zw a r t is en de Dekfcbilden
bruinrood beeft , met v ie r zw a r te B a n den.
D it onthoudt z ig aldaar in de Haagen en is
een van de grootften onder de Sweedfehe B o k jes.
( 1 1 ) B o k je dat de D ek fcb ild en D a k sw y s ’ v erbev
e n , verfmallende en Goudgeel b e e f t , met
v ie r zw a r te Banden ; de Vo eten bruinrood.
H e t L y f is , aan ’t agter-end, zeer dun;de'
K o p
(9) Leptura nigra, Coleoptris teftaceis, maculis fex nigris
tnargine connexis. Faun. Suet. s o+.
(ro) Leptura nigta , Elytris teftaceis , faseiis quatuor nï-
grïs. Faun. Snee. 5° 5«
(11) Leptura Elytris faftigiati* attenuatis' fulvis , faseiis
quatuor nigris, Pedibus teftaceis. Syft. Nat. X.
K o p en ’t Borftftuk zw a r t ; het A g te r ly f R o e it - V .
k le u rig met een zwarte t ip : de D e k fch ild en
hebben v ie r geele en even zoo ve e l zwarte H oofd-
B a n d e n , overdwars.
( 1 2 ) B o k je dat de D ek fcb ild en D a k sw y s ' v e r b
e v en , bet L y f glimmend zw a r t , en bet
A g t e r ly f ros beeft.
H e t Borftftuk is van agteren g e f lip t , voegt
’er L i n n j e u s thans ( * ) b y , en merkt aan dat
het die geheel zwarte Soort i s , we lke van d e
G e e r was waargenomen b y zekere Baden o f
Staal wateren in Sweeden ( f ) . D e e z e is v r y
groot en heeft de D e k fch ild e n fmal.
D e K le u r , alleen , zo u aanleiding geeven Langhals,
om het zonderlinge B o k je , dat ik L a n g h a ls ^ . i%
no em , hier te plaatzen. H e tze lv e heeft z y n
Borftftuk w a arlyk S p ilro n d , en nagenoeg zo
lang als ’t A g te r ly f , dat iets zeer zeldzaams is
in deeze In fek ten. D e K le u r ten grootften
deele zw a r t , met eengroenagtigen glans op de
D e k fc h ild e n , die zeer Sagrynagtig geftippeld
z y n : doch het L y f is geheel zwart. D e
Voorpooten z y n in deeze de langften , en de
V o e te n Afchgraauw. D e e z e foort van Bokjes
heeft de Sprieten byfter la n g , g e ly k u it de A f -
b e e l- f
(11) Leptura Elytris faftigiatis, Cotpore nigro nitido, Ah.
domine mfo. Syft. Nat. X.
Faun. Snee. Ed. II. p. 19*. N. 689.
( I ) Ad Acidulas Medevienfes.
I. DEEL. IX. STUK. O O S
STUK.
x ir;*
Ni[ra,
Zwart.