Inüii'
II|P|
V« Bonte Vagten, waar aan het veel nadeel doet.
A fdeel. Torretje, dat daaruit voortkomt, vindt
Hoofd- men dikwils in de Huizen, als ook in de Tui-
stuk. nen op je BloemeD. Het is geheel bruin, zwart-
agtig , glimmende, hebbende alleen op ieder
Dekfchild een witte Stip, door kleine Haairt-
jes van die Kleur geformeerd. Op ’t midden
van deszelfs Borftftuk, naby het Schildje, en
aan de beide zyden van hetzelve, vertoonen
zig nog drie andere kleinere witte Stipjes*
In de Afbeelding, welke F r i s-c h ons meedeelt
van zodanig een Torretje ( * ) , zyn vier
witte Stippen duidelyk zigtbaar, en nagenoeg
even groot getekend, Hy befchryft het Mas*-
ker, daar het uit voortkomt, en deszelfs Verandering
, volgens eigen Waarneemingen, zeer
omftandig, onder den naam van Motworm met
een langhaairige Staart, als volgt ( f) .
„ Met den algemeenen Naam van Worm ben
Mot-Worm.
Tl . LXXIII.
fïg. 2, 99
ik inzonderheid gewoon die kruipende Infek-
„ ten te betekenen, welke de kortfle Pooten
„ hebben , en niet tot de Rupfen behooren»
„ onderfcheidende dezelven van de Maden, die
„ geen Pooten in ’t geheel hebben, en einde-
„ lyk ook in een andere Geftalte overgaan.
,, Motten noem ik zodanige Infekten, die gewoon
(*) Infe&. V. TH. pag. 22. Tab. VIII.
( f ) Deivyl weinig Autheuren zig zo naauwkeurig hebben
toegelegd op het Onderzoek det Huishouding van deeze kleine
Diertjes , kon ik niet nalaaten de Waarneemingen van
f s i$CH aan onze Liefhebbers mede te deden.
„ woon zyn allerley Dingen > welke men in
KalTen, Kiften of Laaden, leggende bewaart, v<
weg te knaagen. Onder zodanige Motwor- Hoofd*
„ men kan men de gemelde wel boven anderen sTUK*
„ fchadelyk noemen , dewyl dezelve tot de
” langlevende behoort. De meefte Infekten
” fterven binnen een Jaar na hunne Geboorte j
„ doch deeze Wormpjes heb ik over de twee
„ Jaaren in een Tinnen Doosje, (dewyl zy
’ ’ door Hout heen vreeten,) met een weinig
,, Wol levendig gehouden*
„ Wanneer deeze Motwormön, dus, in een
„ Wollen Gewaad of Dekens, eenmaal geko-
„ men zyn, blyven zy niet alleen lang daar in
„ en v e rm e n ig v u ld ig e n ontelbaar, wanneer men
„ ’er niet naar ziet, tot dat zy alles weg ge-
,, vreeten hebben ; maar zy kunnen zig ook.
„ lang behelpen met zeer weinig Voedzel, en
„ wagten , tot dat zy door Hout, en andere
,, Stoffen doorgeknaagd en nieuwe Spyze ge*
„ vonden hebben. Eenig fterk gelymd Pak-
„ Papier kan evenwel zodanige Stoffen , die
„ zy zoeken, befchutten voor het Torretje $
„ daar deeze Motwormen van af komftig zyn ,
„ als men dezelven daar te deeg in berolt. Het
,, Wollen Goed, uaameiyk, wordt in deLugt!*
„ o f op doffe plaatfen , wel dra vogtig, en
,, geeft dan een muffe Reuk van zig, waaf
,i, door deeze Torretjes worden aangelokt, of
„ fchoon wy die Reuk niet eens gewaar wor-
„ den. Het omgewonden'Papier, nu, belet
li Deel. lx . Stuk* S 2 j» ö™