V. '
A fdeel,
II.
Hoofdstuk.
ften Staat, dien van Volkomenheid, bereiken.
Alle de foorten van Rupfen, en een groot getal
van zogenaamde Wormen, daar Torren of
Torretjes, Vliegen en Wespen uit Voortkom
men, behooren tot deeze Afdeeling. Deeze
zyn het , die, in ’t eerft met een grooter o f
kleiner getal van Pooten voorzien, kruipen,
leeven , eeten en groeijen ; vervolgens, tot
haar volle Grootte gekomen zynde, veranderen
in een Pop of Paapje, dat zig naauwlyks
beweegt, ten minfte niet van plaats verandert
en geen Voedzel gebruikt, zo veel men ont-
dekken kan , bly vende niettemin Weeken,
Maanden, ja fomtyds byna een Jaar lang in
die Staat; zeer weinig naar het Infekt, dat het
geweefc is, veelmin naar ’t gene het worden
moet, gelykende. Deeze Poppen, eindelyk,
brengen, door de enkele afftrooping van een
dun Huidje, een vliegend Infekt te voorfchyn.
Sw a m m e r d a m heeft deeze Klaffe in
twee Afdeelingen onderfcheiden, die ieder op
zig zelf een verfchillende Klaffe uitmaaken.
In de eerfte zyn door hem vervat alle Infekten,
die, na het afleggen van hunne Geftalte van
Worm, Made of Rups, en na het aanneemeu
van die, in welke zy niet bekwaam zyn om te
loopen o f te vliegen, nogthans de Pooten en
Vleugelen zigtbaar hebben; zo dat menze
eigentlyk Nimfen ( f ) kan noemen. De Homgl
ft) Nymph*, in ’t Latya, Het blykt dat men oudtyds
de
'nigbyën , de Wespen , Hommels, en veele V.
andere Infekten, ondergaap deezen Staat van j “ 6*
Nimf, voor dat zy gebruik kunnen maaken Hoofd.
van hunne Vleugelen. DeTprren, zynde zo. ST0K*
dahige Infekten, welker waare Vleugels met
Dek-Schilden bedekt zyn; die egter ook,
waarlchynlyk, hun logge-Lighaam in ’t vliegen
onderfteunen; bevinden zig in deeze zelfde
Afdeeling, zo wel als de Muggen en ver'
fcheide foorten van Vliegen; in ’ t byzonder
die ’s Voorjaars de bloeffem der Vrugtboomen
befchadigen. De Mieren zyn, door gemelden
Autheur, ook daartoe betrokken.
De tweede Afdeeling van de derde Klaffe
begrypt alle Infekten, die den Staat van eigent-
lyke Pop ( f ) paffeeren: dat is te zeggen de
ZOde
Popjes der Byën of Wespen, die eenigermaate als eenMen-
fchelyke gedaante hebben, Nimfen genoemd heeft, inonder-
ftheiding van de Poppen der Rupfèn en dergelyken. Arifi'g-
teles zegt, dat men deeze laatfte Chi-yfalides of 'Aurelii
noemde, wegens de kleur, die in veelen wat Goudagtig of
glimmende is. Pl i s t ids beveiligt zulks, wanneer hy,
van de Byën en haare Wormpjes, als ook van derzelver Koning
of.Koningin , gefproken hebbende, daarop volgen laat: C&tera
turb'a, cum fermam capere ccepit, Nympb& vocantur : dat is:
De overige Zwerm, als zy de Geftalte heeft beginnen aan te
neemen, worden Nimfen geheten. Dit zal de reden dan van
die benaaming zyn.
(*) Nympba Cbryfalis; dat is eigentlyke Pop, Popje of
Paapje: zo dat in ’t Latyn en Franfch de Naam van Nimfen alge*
meenet gebruikt wordt,dan die van Pop of Tonnetje, in ’t Franfth
Féve. in onze Taal heeft het Woord Pop of Popje een zeer
uitgebreide betekenis, als bekend is, en dus maaken wy 'cr
I. Deel. lx. Stuk .met