V. van Ly f , met den Kop zwart, het Borftftuk
A fdeel, ^ruin en geel op zyde, de Dekfchilden don-
Hoofd- ker roodagtig of graauw, met een zwarte Stip
stuk. jn ’t midden, naar den onderlten rand toe.
xxx. C30) Torretje dat bruinrood is , hebbende de
Surinaraenfis r \ n 1 -n n n
Sarinaamfch, Dekfchilden gejtreept, en bet Borjtjiuk
aan de Kanten getand, met drie verheven
Ribben.
Van dit, het welke volgens den Heer R ol
a n d e r in Suriname zig onthoudt, is verder
niets bekend, dan dat het langwerpig zy. en de
grootte van een Luis heeft.
xxxi. (31) Torretje dat de Schilden korter dan het
HaSschil-’ Lyf heeft, aan den Wortel uiiw aards en,
| ji aan de tippen bruinrood.
Men vindt dit, volgens dien zelfden Heer,
in Suriname. De grootte is ook als van een
Luis: de Sprieten zyn geknopt ; de Pooten
Yzergraauw of Roeftkleurig; de Dekfchilden
de helft korter dan het Agterlyf, ieder met
een Beitelswyze Zeegroene Vlak aan de tip,
en
f30) Dermeftes teftaceus, Elytris ftriatis', Thorace ftriis»
tribus elevatis marginibusque denticulata. Syfl, Nat. iX.
,• (31) Dermeftes Elytris abbreviatis, bafi exteriore apiceque
teftaceis. Syfl. Nat, X.
en een Zeegroene Stip aan den Wortel van de
Dekfchilden, uitwaards (*>
V I , H O O F D S T Ü K.
Befchryving van 't Geflagt der M e s t k e v e r t j
e s , die men, voegens de Kleur, ook wel zwarte
Meft-Torren, era, zeer oneigen, Spek-Kevers
noemt.
DEwyl de naam van Meft-Torren, en Mefl>
of Drek-Torretjes, tot Soorten van de
voorgaande Geflagten behoort, heb ik aan dee*
ze dien van M e s t k e v e r t j e s toegewyd:
want dit was eigener, dan de benaaming van
Zwarte SpehKever, gelyk men dit Geflagt van
den Heer S u l z e r vindt getyteld. Offchoon
alle tot nog toe bekende Soorten van hetzelve
zwart zyn, maakt de Kleur geen Kenmerk der
Geflagten, en dewyl men, ten minfte de eer-
fte Soort, in de Drek en Aarde vindt , kan
menze naauwlyks Spek-Kevers noemen. De Ge-
Halte
(*) Alzo wy geen andere befchryving van deeze twee
laatfte Soorten hebben, zo valt het moeielyk eeiiige nadere
verklaaxing omtrent de Kleur te geeven. Ondertuffchen komt
het Woord Glaucus, dat ik hier, volgens’t gewoone Gebruik,
Zeegroen vertaal, zeer weinig-overeen met 'Teftaceus, dat
roodagtig, bruinrood of Kaneelkleurig betekent. Mooglyk heeft
dit laatfte Torretje een verandering van Kleur, naar dat men
’t dus of zo, ten opzigt van het Licht, befchouwt,
1. De e l . IX. stu k . V 4
• V .
A fdeel.
V .
Hoofdstuk.
Naam. ~