V.
A fdeel.
'I I I .
Hoofdstuk.
Naams
reden.
I I I * H O O F D S T U K .
De Eigenfehappen der S chi l d v l e ug e l i -
g e Infekten , dat is der zodanigen , die de,
Vleugels onder Dekfchildet} hebben , als welker
Lighaam gedekt is met een foori van Schaal
of Schulpagtig Bekleedzel.' ° Dér zilver Ver-
deeling.
Eer wy tot de byzondere befchryving overgaan,
zal ik fpreeken van de algemeene
Eigenfchappen der Infekten van den Eerften
Rang, die wy begrypen onder den Naam van
S c h i l d v l e u g e l iG e ; om dat hunne Vleu-,
gels, in ’t algemeen gefproken, als met Schilden
zyn gedekt. Die gene, welke men, ge*
meenlyk Torren noemt, maaken daarvan
een voornaam gedeelte uit, en geeven ook een
denkbeeld van de reden dier Benaaming. Weinig
Kinderen hebben niet gezien, dat een Gouden
T oe , om te vliegen, een foort van Schil- '
den', die zyne Rug dekken, van elkander doet
gaan, en zyne Vleugels van ODder dezelve uit.
fpreidt ; dezelven, als hy gedaan heeft, en
zitten gaat om te loopen o f te ruften en te
aazen , weder famcnplooijende en onder die
Schilden verbergende* Deeze Naam komt my
beter voor dan die van Hardfchaalige; eensdeels,
dewyl zy dus niet van de Hoorn- en Schulpdiertjes
onderfcheiden worden; anderdeels, en
wel
wel voornaamelyk, oni dat de Dekfchilden in
hardheid verfchillen niet alleen, maar dat ’er
zelfs onder geteld worden,, welker Schilden
zagt en byna Vliezig zyn, gelyk the der Sprink-
haanen o f -Krekels en andere van dat Ge-
flagt.
Het Kenmerk, van de Vleugels met Schilden
gedekt te hebben, moet egter ook niet
ten haauwfte genomen wordeD. Onder de Infekten
van deezen Rang, hebben wel de mees«
ten twee Dekfchilden; doch men vindt ’er onder
, in welken de Schilden zyn vereenigd,
zo dat zy niet meer dan een enkel Schild uit-
maaken. In den eerften opflag fchynen zy
twee Dekfchilden te hebben, gelyk in de Torren
gewoon*is; om dat men op ’t midden van
het enkele Schild een Naad gewaar wordt:
doch by een naauwkêurig onderzoek bevindt
men zich daar in bedroogen; Verfcheide hebben
zelfs dit enkele Schild onbeweeglyk;, de
Zyden zyn omgeboogen en bekleeden een. gedeelte
van het L y f van onderen. Het Kenmerk
, derhalven, van Schilden, die de Vleugels
dekken, moet niet dan in een ruime zin,
en het grootfte gedeelte voor ’t geheel, worden
genomen; dewyl fommigen zelfs ongevleugeld
zyn. ...... »
Buitendien zyn ’er eenige Eigenfchappen der
Schildvleugelige Infekten in ’t algemeen. Hun z
Lighaam is bekleed met een Hoornagtig Harnas,
’twelk hun fchynt te verftrekken voorde
i. deel. ix. stuk. Been-
III.
Hoofdstuk.
’t Verfchil.
0
Hoornag-
; Bekleed»