V. „ van L y f , met zes Schulpagtige Pooten,
A fdeel. ^ ^en j£0p |jru|D en insgelyks Schulpagtig
Hoofd- „ hard, met twee fterke Nypers daar aan,
stuk. orn ^e t [ j out f y n te v y i en o f af te br ee-
„ ken, waar op het aaft, en dat hetzelve we.
,, der looft als zeer fyne Korreltjes, die het
,, gemelde Zaagzel maaken, waar van wy ge-
„ fproken hebben. Dus holt zig dit Wormp-
„ je , onder het gebruiken van zyn Voedzel,
„ tevens een Woonplaats uit, noodig en dien-
, , ftig om zyn teere Lighaam te huisveften en
„ voor uiterlyk geweld o f nadeel te befchut-
„ ten” .
, , In onze Huizen is ’t niet alleen, dat het
„ Hout wordt doorboord van de Maskers der
,, Houttorretjes: andere Soorten taften de le-
„ vendige Boomen op het Land en in de Tui-
, , nen aan, waar in zy dergelyke Gaatjes maa-
ken, Daar is ook een Soort, die Meelag-
„ tige Stoffen tot Voedzel verkieft en van dee-
„ zevworden de Ouweltjes, die men in Laaden
,, wat lang bewaart, op gelyke manier door-
„ boord; als ook de Styfzel en fomwylen zelfs
„ het Brood: waar in dat Infekt dergelyke
„ Gaatjes maakt, als de andere Soorten in het
„ Houtwerk” ,
„ Als deeze Wormpjes tot hunne Grootte
„ gekomen en verfcheide maaien van Huid ver-
„ wiffeld zyn , zo veranderen zy van Geftalte
„ in het diepfte van ’t Kanaal, dat zy zig heb.
,i ben uitgehold; na dat hetzelve, vooraf,
» doo
door hun berponnen is met eenige Zyden V.
” draadjes, die'uit hunnen Bek voortkomen.
” Alsdan neemen zy de Gedaante van een Pop- Hoofd-
” je aan, en vervolgens die van een volmaakt
Infekt of Torretje, dat men fomtyds, by
\ het te voorfchyn komen uit zyn Holletje,
* betrapt. Deeze Infekten hebben de meer
, gemelde Eigenfchap, van , als menze aan-
„ raakt, zig dood te veinzen, met de Spek-
„ torretjes gemeen
Onder de Soorten van Byrrhus is deeze de pl. lxxiii.
Vierde by den Franfchen Autheur, die haar
noemt la Vrillette Savoyarde of het Savoyaard-
fe Fretje ; om reden, zegt hy, dat het bruin
en donker geel, op deszelfs L y f , naar de Kleur &
Van Roet zweemen. Men heeft, gelyk bekend
is, niet alleen hier, maar inzonderheid, tePa-
rys% veel Schoorfteenveegers, dat Savojaarden
zyn. Een fraaije vinding waarlyk ! En hy hadt
het genoemd Byrrhus die geheel zwart bruin is
(*), Waar blyft dan het geel ? Dewyl het
Wormpje z ig , volgens de Aanmerking van zyn
Ed., in Krengen en rottig Hout onthoudt, zo
zie ik niet, dat de boorende o f FretagtigeEigenfchap
der Houttorretjes in hetzelve plaats
heeft.
In de befchryving der Sweedfche Dieren was
dit Torretje, van onzen Autheur, onder een
ander Geflagt betrokken, en genoemd Schildpadje
(*) Bynhus totus nigro-fufcus. Ut fupra, pag. i i i .
1. Deel. IX. Stuk*