V.
Afdeel.
X.
H oofdstuk.
iv .
G ramt nis.
Groen«
(4) Goudhaantje dat Eyrond en glimmend groen
is t met de Sprieten en Pooten van die zelfde
Kleur.
Onder den naam van Blaauwgroen Goudhaantje
was dit voorgefteld in de befchryving
der Sweedfche Dieren: als zynde van L in-
N-®us overvloedig in ’t Voorjaar op de Graslanden,
by Hernöfand, gevonden. Het ont-
houdt z ig , zo welals de Eerfte Soort, ook in
Deenemarken. Doktor S c opoei tekent hetzelve
als de Eerde van zyne Eenkleurige Lievenheers
Haantjes aan, in Karniolie voorkomende
op het Kruid der Velden, en befchryfr
die Soort als volgt.
,, Het is glinfterend groen, met de Wieken
„ roodagtig, en door het groen, inzonderheid
„ van de Deklchilden, die een derde Duims
„ lang zyn, fchynt een Goudglans heen. Het
, , Borftftuk is geftippeld, zo wel als de Dek-
,, fchilden, doch op deeze laatflen zyn de Stïp-
,, pen grooter. Het Agterlyf is van boven
„ zwart: de Sprieten, langer dan in anderen,
„ maaken het zeer overeenkomftig met het
„ Haantje der Elzeboomen; zo dat het-
„ zelve hier toe ook betrokken zou kunnen
„•worden, blyvende dus voor het Geflagt der
„ Goudhaantjes geenen, dan die Springen, o-
„ ver".
f l , ^ c5)
(4) Chryfomela ovata vitidis nitida, Antennis Pedibusque
concoloribus. Syft. Nat. X. Cluyfbmela viridi-coerulea. Faun.
Suee, 41,.
(5) Goudhaantje dat Eyrond is en glimmend V-
groen , met het Lyf van agteren Roeji“ x ,
kleurig. Hoofd-
De Heer G e o f f r o y ftelt eenige Soorten
van de groen-glinfterende Goudhaantjes voor, Kopergian-
onder welken het zo even gemelde, dat hy hetPL.Lxxiv.
groote groenblaauvoe noemt, als een derde Duims
lang zynde, en dus zo groot als de St. Jans Kevertjes,
de eerfte is. Dan befchryft hy een
klein groenblaauw, ruim half zo lang zynde,
en een verguld Goudhaantje; welk laatfte het
Borftfchild niet rond uitgefneeden heeft; ten
minfte zo veel niet, als de anderen. Het kleine
groenblaauwe verfchilt allermeefl: van de
voorgaanden, die allen fchoon verguld of Goudgroen
zyn, door drie breede blaauwe Stree-
pen , op de Dekfchilden, overlangs. Voorts
heeft hy ’er een, dat van hem het gegalonneerde
f wordt getyteld, om dat ’er tien K o - ^ ^ ^
perkleurige Streepen over heen loopen , die&»*
door een dubbele ry van Stippen zyn verdeeld.
Dit was zo groot als het eerftgemelde, en
komt, zo zyn Ed. aanmerkt, met alle de overigen
voor, op de Doove Netelen en andere
Kruiden met Lipswyze Bloemen. Door een
Mikroskoop gezien, zegt h y , isdeszelfs Schoonheid
onverbeeldelyk. Niet minder fchoon was
het
(s) Chryfomela ovata viridis nitida, Abdomine poftice fer-
rugineo. Syft. Nat. X. Chryfomela viridis nitida, Thorace
ar.tice excavato. Faun. Sutc. 420.
I. deel. IX. Stuk.