V.
A fdeeI«,
X V .
Hoofd«
STOK.
xr.
Eividst.
Loodkleurige.
vinden. Hy, moet naderhand ontdekt heb.
ben, dat ’er Sc. Jans Vliegen uit voortkomen:
want toen was het zyn Ëd. nog niet bekend
(*)•
( i i ) St. Jans Vlieg die bet BorJIJluk gerand
beeft, en t'eenemad bruinrood is.
Deeze, die niet minder gemeen is , verfchilt
van de voorgaande Soort alleen in Kleur*
hebbende de Dekfchilden bleekgeel en het
Borftftuk ongevlakc; de Oogen zwart, zegt
L i N n m ü s. In dat alles vind ik weinig reden
voor den Latynfchen bynaam. Doktor S c o-
i o l i heeft’er ook een, die bruinrood o f Ka*
neelkleurig was, onder den zelfden tytel ge-
boekftaafd. G eoffro y heeft insgelykseené
Cicindela met bet roode BorJIJluk, waar van eene
de Dekfchilden zwartagtig hadt, een andere
geelagtig, en die beide, zegt h y , vindt men
dik wils gepaard, op de Bloemen, en fomtyds
wederom elk in 't byzonder gepaard: waar uit
zyn Ed. befluit, dat het enkele Verfcheiden-
heden en geen byzondere Soorten zyn. De
langte was omtrent een half Duim.
(12)
(*) llld. p*g. 80.
( i i ) Cantharis Thorace marginato , tota teftacea. S y jf.
N*t. X. Cantharis Elytris teftaceis,. Thorace rubro immacu-
lato. Faun. Snee. j 8j . Cantharis fepiarlus major, e rufo fla-
vicans. R A J . I n f 84. n. z S .
(12) St. Jans Vlieg die bet BorJIJluk gerand ^
beeft, zynde geheel ros, doch met bet Xy ,
Bovenlyf en de Wieken zwart. H o o f d -
J STUK.
Deeze vindt men zeldzaamer in Sweeden x«*
dan de voorgaande. Doktor S c o p o l i heeft Roffe.
een Goudgeele o f vaale (*) ( ik weet niet wat
hy bedoelt); welke hy bedenkelyk fielt de
zelfde te zyn als de Roffe van L in n je u s .
Z y kwam op de Bloemen van Kroontjes draa-
gende Kruiden voor.
( ig ) St, Jans Vlieg dit bet BorJIJluk gerand
beeft, met een zwarte Vlak, en geheel Bloedkleur
rood is , met de Dekfchilden Bloedkleurig. nge'
F r i s c k , die deeze foort noemt deTegel-
roode kleine Houtkever, o f Bokje, met Han.
ge boven-Vleugelen, en een zwarte Streep op
hefe
(*) Cantharis Fulva, Entots. Caru. p. 39. N. 124. Dit
kan Vaal, het kan ook Goudgeel betekenen: dat inderdaad
eene Verwarring is, doch 20 groot nog niet, als wanneer hy
van de Cantharis dvida N. 122. zegt ttta 'Fsfatea j en
van de Cantharis Ttftacta N. l i j . Elytra Liviia. Wie
zal my dit ontknoopen?
(ix) Cantharis Thorace marginato, tota rufa, Epigaftri»
Alis-que nigris. SyJI. Nat. X.
(13) Cantharis Thorace marginato, maculi nigra, tota ri>
bra, Klytris languineis. Syjt, Nat. X. Cantharis Elytris ru-
bris, Thorac# rubro mnctiM nïgri. Faun. Suec. $ t j . R A J .
Inf. 101. n. 4. F ï I S C H Inf. XII. T. 3. Ic. 7 * »•
I. d e e l . IX. St u k . Q q