V.
A fdeel.
IV.
Hoofd»
stok.
x.
Cdrnifex*
Bêül*
derdaad een zeer zeldzaam Schepzel: doch die
komt ons voor, iets anders te zyo.
(io ) Tor met bet BorJIJluk Jiomp getand, op
den Kop een Elsvormige, overend Jtaande t
kromme Hoorn; de Lip onverdeeld, ds
Schilden met Groefjes.
De Afbeelding van R oes e l , die ten op-
zigt van deezen Tor aangehaald wordt, is van
een ongemeen fchooq Goudkleurig en hoog»
rood glanzigeri To r, met drie Hoornen, welke
zig bevondt in het Kabinet van Natuurlyke
Zeldzaamheden te Dresden. Deeze was van
grootte omtrent als een gewoone Gouden T o r ,
en hadt den Kop plat, met een fcherpen rand,
als een Schoffel, waar op een lange byna regte
fcherpe Hoorn, en aan het Borftftuk, weder-
zyds, een dik ftomp gefpitft Uitftek, op de zy-
den fcherp. Gemelde Hoorn was zwart.
Browne befchryft, onder den naam van
the Tiimble-turd, of Drektuimclaar, een grooten
zwarten Rhinofter-Tor vanjamaika, waarvan
hy zegt; dit Infekt is dik en rond , voorzien
met fterke, korte Ledemaaten, even als o f de
Natuur alle deszelfs deelen tot den arbeid had
willen fchikken. Het Kopfchild is zeer groot,
ef-
( jo) Scarabseus Thorace retufo dentato; Capltis Cornu e-
lecto, Subulato curvo; Labio integro, Elytris fulcatxs. Syft'
Nat. x. R o e s . Inf ji. T h, T. B. f. 8. 5 carabaU§ Conui
iflouvo. B a O W N. Jam, 4*8. T. 43. f. s.