V. van deeze Lighaamsdeelen, zo wel als van hes
Afdeel, horretje zelf, een zeer fraaje Afbeelding (*).
XV.
(17) St. Jans Vlieg dis bet BorJIJlukgerand
xvn. beeft, bet Lyf Koperig groen , de Dek-
^^weepuk. • fcbilden aan de tippen rood.
kelige.
De Heer G e o f f r o ï noemt deeze ,.Cicin-
dela met roode tippen, en merkt aan, dat dezelve
ook haakjes aan de Sprieten heeft, wel-
ke de Cicindeles met Kokarden, gelyk z y , we-
gcns de gedagte Blaasjes, genoemd worden ,
fchynen gemeen te zyn. Deeze kwam hem
ook op de Bloemen voor, zo wel als een and
e r e , met de tippen der Dekfchildcn geel,
altemaal omtrent van g ro o tte als de voorgaande
Koperige, waar van zy ook zeer weinig
verfchillen. Deeze Tweepukkelige, oneigen
dus genoemd, komt in Sweeden dikwils voor
in ’t Gras , inzonderheid op Biesagtige Landen.
Het Masker, daar van, getuigt men, maakt
jagt op zeer kleine Diertjes en vreet dezelv
e n .ui
xvui. (18) St. Jans Vlieg die b.t Borjljluk gerand,
Tedicularia. - - ' het
Luisagtigo.
Aihandl. von Infekten. Regensi. I7«+* I- Band. II.
Vertoog. Tab. II. Tig- IO» IJ- ■
( i 7) Cantharis Thorace marginato, Corpore aeneo viridi,
Elytris apice rubris. Fasm.Suec. s»9 . Od. 117. RAJ. ïnf.
101. n. 7 -
( is ) Cantharis Thorace marginato, Corpore atro, Eiytri$
apice rubris. Syft- Af#»« X.
bet Lyf zwart, en de Dek fcbilden aan V.
v A f d e e l .
de tippen rood beeft. XV.
H oofd-
Deeze wordt alleenlyk om de kleinte Luis- *TUK*
agtig genoemd. Men heeftze te UpfaJ gevonden.
(19) St. Jans Vlieg die bet Borftfiuk groenagtig
en gerand beeft, de Dekfcbilden Geboeide
zwart, met twee roode banden.
(20) St. Jans Vlieg die hetBorflfiuk gerand en ^ xx.^
zwart heeft, de Dekfchildcn zwart, aan xweeviakkige.
de tippen geel.
(21) St. Jans Vlieg die bet Borfiftuk ros ge- ■ XXI.
rand beeft met een zwarte Vlak, het Ze‘e'r kleine.
Lyf bruin, de Dekfcbilden met geele
tippen.
Deeze drie Soorten zyn ook, omftreeks Pa-
r y s , waargenomen door den Heer G e o f f r o y ,
die zig verwondert, dat L i s k a u s tot deeze
( is ) Cantharis Thorace marginato virefeente, Elytns mgris,
fafciis duabus rubris. Faun. Suec. JS°.
(2®) Omtharis Thorace marginato atro, Elytns nigns apic«
flavis. Faun. Suec. jp i.
(21) Cantharis Thorace marginato rufo, maculä nigrl;
Corpore fufco, Elytris apice flavis. Faun. Succ. /si. Necy-
dalis Elytris apice panfto flavo. Faun. Sutc. JSS.
L Deel, IX. Stuk, Q q 3