V. In het Landfchap van HoDgarie, de Vyf Keu
Afdeel. ^ genaamd, daar men dit Infekt veel menig-
Hoofd- vuldiger dan in Duitfchland ontmoet, worde
stuk. ,gr g.gifjg naam aan gegeven als aan de
Klanders van het Koorn, naamelyk Wiebel. In
de Maand November, wanneer men de Graan*
korrels der Spaanfche Tarwe (*) van de Stee*
len af doet, zag de Baron het eerft deeze In.
fekten. „ Hy vondt ’er in zes Steelen, daar
,, hy zelf de Korrels af deedt, niet meer dan
„ drie, en dit wel in de vogtigfte van allen.
, , De Opziender , naamelyk , o f zyn Volk,
„ hadden de fout begaan , van al de ingeza-
j, melde Aairen in een Vertrek op malkander
„ te ftapelen, en daar door was een gedeelte
,, vogtig geworden. Nooit hadt hy eenig zulk
„ Infekt zien voortkomen uit zulke Aairen, die
„ men in de Lugt te droogen hadt gehangen
„ ( f ) . Derzelver eigentlyke zitplaats is in en
■ tuf-
( * ) Wy worden van dien Baron verwittigd, dat men de
Spaanfche Tarw niet verwarren moet niét de Boékweit, wel*
ke Frumentum Sarracenic^m geheten wordt. De Mayz öf
Spaanfche Tarw, die de Europeaanen in Weftindie tot Voed*
zei voor de Slaaven gebruiken, wordt veel geteeld (zegt hy)
in Hongarie en Turkye; en dit zal de reden zyh, dat men
dezelve ook wel Turkfeh Koorn 'noemt.
(-[) Dit heeft een aanmerkelyke overeenkomft , met de
Eigenfchap der Kalanderen o f Koornwormen, die geen fterke
Togt of Wind kunnen verdraagen; weshalve niet alleen het gebruik
derTogtmaakers o f Ventilators van den Heer HALES,
maar zelfs het Verfchieten o f Lugten der Graanen, zo nuttig
is óm dezelven te bewaaren en goed te houden. Zie het VII.
D e e d der Ubgezogte Verhandelingen, bladz, 511,
„ tufïchen de Velletjes, die den Wortel maa-
„ ken van den Graankorrel, welke zig alsdan
„ nog in het Merg van den Steel bevindt, en
,, onder dat bruine , fyne en doorfchynende
Velletje, het welk den Wortel van het Vrugt-
„ beginzel als een Kuif bekleedt, wanneer de
,, Korrels te vogtig zyn geworden* Ik heb
„ geen éénen Graankorrel, zegt h y , ledig o f
„ doorknaagd gevonden , niettegenftaande de
,, Höngaaren, in de Landbouw bedreeven, en
„ die een menigte van Mayz teelen , my mon-
,, deling hebben verzekerd , dat in Hongarie
„ het Infekt der Spaanfche Tarwe zig een weg
,, door de Graanen baant, dezelven uïtknaa-
„ gende, en bygevolg het Vrugtbeginzel niet
„ verfchoont, gelyk in Provence het Gekruijte
„ Infekt de Erwten, volgens de Aanmerkingen
,, van den Heer L ed e r m u l l e r ”.
Het gemelde Torretje, dat de grootte omtrent
van een Luis heeft, loopt zeer fnel. Het
heeft, volgens zyne fterk vergroote Afbeelding,
die wy hier, grootelyks verkleind, hebben
overgenomen, de Geftalte inderdaad van een
Ölyphantje, doch zonder Snuit , én op den Kop
is het voorzien met Sprieten die even dik bly-
ven van ’t begin tot aan het end, beltaande ieder
uit tien Leden. TWee groote Netswyzë
blaauwagt.ige Oogen zyn aan den Wortel der-
zelven geplaatft. De Hoornagtige } Dekfcllil-
den, roodagtig of rosgeel van Kleur, zyn als
met glinfterende Facetten verfierd, uit het mid*
1. d é é l . ix< stu k . V den
V.
Afdeel»
V.
Hoofd •
STUK*