V .
A fdeel,
X I I I .
H oofd-
«tuk.
XXXVI. Ftpulncuu
Topelici-
Eok.
5Ó 2 B u s c ü r t v i n c v a i » d *
m o e t ’e r zeer weinig naar gelyken. H e t o n z e ,
n a am e n tlyk , is geheel zwartagtig b r u i n o p
welke grondkleur de Go udgeels Streepen en
trapswyze gehakkelde tekening aan de naad der
D e k fc h ild e n , zeer fraay a flte e k e n ; g e ly k de
nevensgaande A fb e e ld in g vertoont. F r i s c h
b e fch ry ft d it B o k je als van de vierde g ro o tte ,
met zwarte V le u g e lfch ild en en geele o f witte
Sieraaden daar op : doch h y heeft van deeze
Soo rt nog eenïge Verfcheidenhcden , ten o p -
z ig t van de Speeling van het geel en zwart
door malkander. V a n D o k to r S c o p o l i is
d it T ra p sw y s getekend B o k je , in K a rn io lie ,
o o k , in de T u in e n , waargenomen ( * } .
( 3 6 ) B o k - T o r , die het Borjlftuk ongedoornd,
Rolrond en geel gejtreept heeft, deDek-
febilden met vier geele Stippen , de Sprieten
middelmaatig.
H ie r toe wordt betrokken een bruin A fc h -
graauwe B o k , die de Sprieten zwart en w it
bont heeft dn op de D e k fch ild e n agt geele
S tip p e n . D e z e lv e wordt gezegd in Europ a z ig
te onthouden, en thans vindt men h em , v o lgens
de gemelde K e nm e rk e n , aangetekend o n d
e r de Sweedfche D ie re n , als voorkomende
C p
FnUmehg. Cnrniol. p. $j.
(36) Cerambyx Thorace mutico cylindrico, flavo-lineato,
Elytris punftis quataor flavis, Antennis inedioctibus. Syjf,
Hat. X. Cerambyx fnsco-cinereus, Antennis nïgro alboqu®
wariegatis, Elytioiwn puneiis o&o luteis. GAOS, Set. 79.
op den Ratelaar ( * ) . Omftreeks P a ry s vondt V .
G s o f f r o ï een B o k -T o r , van een h a lf D u im x iB h '
la n g , dien h y noemt de Ovaale Afchkleurige C f ) , K oofd -
en welke naar deeze Soort fchynt te g e ly - *TÜ* '
k e n : doch h y haalt alleen een A fb e e ld in g van
F r i s c h aan ( § ) , en fchynt dus niet gedagt
te hebben, dat het deeze was. Z ie h ie r z y n e
befchryv ing van dat In fek t.
” D e figuur van deezem B o k is minder la n g -
, , w e rpig dan die der voorgaanden. Z y n e
„ Sprieten z y n maar h a lf zo lang als ’t L y f #
, , D e K o p is g eftip peld, zo wel als het B o rfi>
„ f t u k , en het geheele D ie r zw a r t , uitg eno -
, , men de D e k fc h ild e n , die ovaal z y n , aan t
, , end ro n d , en met k le in e H a a irtje s d igt b e -
„ dekt. D e e z e z y n fomtyds egaal g ry s a g t ig ,
„ en doen de Sch ilden z ig witagtig o f b leek
„ Afchgraauw vertoonen : fomtyds z y n z y
„ g ra a uw e r, doch met bleeke Streepen o -
w verlangst fomtyds b r u in , met de gemelde
„ Streepen Afchgraauw. D e W o lk ig h e id d e r
„ K le u ren maakt nog meer verfcheidenheden.
, , O p d e ge fch o o re nH a ag e n , inzonderheid van
„ Haagedoorn, heb ik deeze Infekten v r y me-
„ n igvuldig gevo nden” .
D e
(*) in Populo treinui I . Faun. Sscc. Ed. II. N. 661.
p. 191.
( t ) Le Capricorne Ovale cendré. Hiß. iet Inf. env. Peru.
Tom. ï§ p. lo j.
Inf. XIII. Th. Tab. 19.
J. Dï.ïL , IX. STUK. N n 2