A fdee om^ree'KS Pat7 s gevonden, dien hy het liaan.
' <tvs Rheetje noemt en aldus befchryft
Hoofd , , Dit fraaije Vliegend Hert is v y f Liniën
Hcc^teuwe” en twee Liniën breed, van Kletir ge-
Rheetje, „ heel blaauw, een weinig naar ’ t paarfch trek-
,, kende: de Sprieten zyn , in ’t klein, even
„ als die der gewoone Vliegende Herten: de
„ Nypers fteekén voor uit en zyn aan de
„ binnenzyde getand: het Borftftuk heeft een
,, aanmerkelyken zoom en vertoont zig, door
„ een Vergrootglas gezien , geftippeld; de
, , Schilden zyn als van Sagryn en langwerpig.
„ W y hebben, zegt h y , eene Verfcheiden-
„ heid van deeze Soqrt, die een weinig bree-
„ der en van onderen bruinagtig doch van bo-
,, ven groen is; zo dat men dezelve het groe.
,, ne Rheetje zou kunnen noemen ”,
A fdeel. 1
V.
V. H O O F D S T U K . Hoofdstuk,
Befchryving van ’£ Geflagt der T o r r e t j e s ,
' waar onder eenigen hunnen •Bynaam krygen van
de Stoffen die zy kmagen of opvreeten, gelyk
Spek , Brood-, Hout- en Huid of Bont-Tor-
retjes; anderen van het Geluid dat zy tnaaken,
als het Wandtikkertje, of van de plaats daar
zy zig onthouden, gelyk Bloem-Torretjes, of
•can de Gejlalte, gelyk Vloo-Torretjes, enz,
DEn algemeenen Naam van T o r r e t j e s Naam.
geef ik aan de Schildvleugelige Infekten
van dit Geflagt, om dat zy gemeenlyk daar by
bekend, zyn, en in den eerlten opflag inzonderheid
in kleinte verfchillen van de meeften
van ’t voorgaande Geflagt: terwyl de verfchil-
lende Woonplaats niet toelaat, dien naam door
een byvoegzel nader te bepaalen. Dewyl eenigen
van deeze Torretjes Huiden o f Leder
knaagen, zo is de Naam van Dermefles, dien
men in ’t Griekfch voor zulke Diertjes gebruikt
heeft, niet oneigen, daar aan gegeven. De
Heer G e o f f r o y heeft dien Naam ook wel
tot een Geflagtnaam gebruikt, doch hy betrekt
’er de Doodgraavers onder. Ik zal hier
opgeeven, wat hy van de Kenmerken en Ei-
genfchappen der Infekten van dit Geflagt, die
hy in ’t Franfch ook Dermejles noemt, verhaalt.