V.
A fdeel
IV..
H oofdstuk.
Schouder-
Hoom-Tor.
„ zyds als halfmaanswyze uitgefneeden, maa«
,, kende de famenvoeging van de twee enden
„ het gefpleeten Hoorntje in ’t midden ; en
,, het Borftftuk vertoont zig als van vooren
geknot, terwyl het in de ander ronder is
,, en ongetand , met het Hoorntje driemaal
,, korter. Buiten twyfel zal deeze laatfte een
„ Wyfje zyn. De kleinere waren lichter van
,, Kleur, hebbende de een deBorft van boven
,, platagtig , met een klein Kegelvormig on-
, , verdeeld Hoorntje, naauwlyks een twaalfde
„ Duims lang; de ander een dergelyk ge-
„ fpleeten Hoorntje op een rondverheven
,, Borftftuk” .
Dit verdient dan een nader onderzoek van
onze Liefhebbers, door op de Weidlanden,
onder de Koe-Drek, de Verfcheidenheden na
te fpooren van deeze kromme Hoorn-Torren,
die zeldzaam zyn ; zo wel als een andere van
F r i s c h (* ) , welken hy als den kleinften Rhi-
nofter aanmerkt, en Meft-Tor met de Schender-
Hoornen noemt, waar tuiïchen de Kop als in
Baat en daar door befchut wordt; zynde het
W y fje , dat geene Hoornen heeft., geheel
zwart. In deeze hadt hy duidelyk waargenomen
, hoe de Hoeken of Punten van het Kop-
fchild boven de Oogen zo doorfchynende waren,
dat de Tor daar door Licht kon ontvangen.
Tuiïchen de twee Schouderfpitfen was
nog
(*) FRiSCH. Infekt. IV. Th. bladz. i6 y 17. Tab, N. V J I
t
nog een laag puntje. Voorts is de langte der 'Y*
Agterpooten, waar door zy als op Stelten fchy- j
nen te loopen, in deeze gehoornde Meft-Tor* Hoofdr
i t STUK. ren zeer opmerkelyk.
Ik twyfel of dat Torretje, ’t welk de Riin- Rimpelige.
heiige genoemd wordt van Doktor S co po l i ,
insgelyks in de Mefthoopen op ’t Land huishoudende
, ook niet tot de laatftgemelden behoord
: want hy geeft in bedenken of dit niet het
Wyfje zy van den Inlcindfchën Tor, dien hy eens
dan den Weg vondt, hebbende twee Borfteli-
ge, krommé Hooress in de Nek; dë Dekïchil-
den Kaftanje-bruin, geftippeld, flaauw geftreept;
De gemelde Rimpelige Tor was geheel zwart,
doch van onderen wat lichter van Kleur; de
langte der Schilden in beiden maar een zesde
van een Duim.
- - I X .
(O) Tor die de Borji van vooren geknot en vyf Cyimdricus;
v y _ . T, . Cylindriicha
tandig heeft , den Kop van vooren met Tor.
een overend Jlaande Hoorn, het Lyf rolrond,
Niets anders vind ik van deezen Hoom-Tor
aangetekend, dan dat hy in Europa gevonden
wordt. De Heer W; v an d e r -Meolen
heeft een Infekt * dat waarlyk rolrond is
en zig vertoont als een ftokje Zegel-Lak: inder
(9) Scarabasus Thorace antice tmneato, quinque - dentato ;
Caplte antice Coimi ereóto j Corpote cylindtico, Syjlt
Nat. X.
Ii Deel, IX. stuk, M