V.
A fdeel.
X.
H oofd.
STUK.
XXII.
Decempunetata.
Met tien
Stippen.
4lO B E S C H R X V r N G V AN
ne Vlakken op het Borftftuk, digt aan de Dek-
fchildcn, heeft, zynde op ieder Dekfchild ne-
gen ryën van Patjes, die naauwlyks zigtbaar
zyn. Doktor S co poli heeft het voorgaan*
de Goudhaantje op de Bindwilgen waargenomen
(*).
(22) Goudhaantje dat Eyrond i s , hebbende
het Borftftuk rood, van agteren zwart;
de Schilden ros, met vyf Stippen > of daar
omtrent, op ieder,
Eenig verfchil fchynt ’er te zyn tuflchen dat
Goudhaantje, het welk de Heer d e G e e r
op de Popelieren waarnam, en dat, het welk
naderhand op de Wilgen gevonden werdt door
H a g s t r o e m . Dit laatfte hadt vyf zwarte
Stippen op ieder Dekfchild. De Heer G e o f *
Fr o ï heeft ’er zodanig een, met dertien Stippen,
op de Aspergie-Planten waargenomen,
het welk van hem in hetzelfde Geflagt wordt
t’huis gebragt als de Lelie-Torretjes, naar welken
het, inderdaad, zeer gelykt, als hebbende
het Borftftuk Cylindrifch of Rolrond. Het
, 'is
(* ) Ik Salice Viminali. Entomol. Carniolica. p. 73,
(22) Chtyfomela ovata, Thorace rubro poftice nigro, Ely.
tris rufis; putnSlis fubquinis nigris. Syft. Nat. X. Chryfome-
la fupra rufa, Thoracis punftis nigris duobus, Elytrorum plu-
libus. Faun Suec. 435. FRISCH, Inf. XIII. t. 28. Chry.
foinela rubra, Elytro fingulo maculis quinque nigris. Faun*
Sm,
DE G o u d h a a n t j e s. 411
js omtrent een vyfde Duims lang» Doktor V.
S co po Li vondt eenige Verfcheidenheden van Afi^ eU
deeze Goudhaantjes, welker Schilden, zo hy Hoofd-
aanmerkt, veeleer Goudgeel dan rood zyn. STUK'
Ook noemt F risch dezelven geel-rood.
Deeze Autheur vondt, dn ’t midden van Ju-
l y , het Masker of Wormpje, dat hy af beeldt
en befchryft onder den naam van Aspergie-Rups.
Het is , zegt h y , bruin, met zwarte glinfte-
rende Stippen befprengd. De Kop en het Borftftuk
zyn zwart. Het heeft van vooreD, gely-
kerwys de Kwatwormen, zes Pooten, en van
agteren een Spits, tot voortfchuiving van het
Ly f , voor welke nog twee paar Pooten ftaan,
gelyk in eenige Span-Rupfen; doch midden aan
’t L y f zyn ’er geene.
(23) Goudhaantje dat Eyrond is en het Borft- Xxm.
ftuk groen heeft} de Dekfchilden rood, ^pf^dfchê,
met een blaauwen Band tuffchen eene Stip
. j en hciljmaanswyze Vlak,
Goudhaantje dat het Borftftuk groen heeft,
de Dekfchilden rood met een blaauw Kruis
daarop ; was dit in de befchryving der Sweed-
fche Dieren getyteld. In de Verhandelingen
der Akademie van Upfal wordt het genoemd;
Goud-
(23) Chryfomela ovata Thorace viridi, Elytris rubris; fas-
cia inter punftum maculamque lunatam coerulea. Syft. Nat. X.
Chryfomela Thorace viridi, Cpleoptns labris crucc ccemle|^
Faun. Sqec. 431.
I, P e e l . IX. Stu k .