AfIÊeu kr0ra ’ met Kop en Scaart diSt by elkander.
IV, *Als by zya PiHen heeft opgevreten , dat doch
Hoofd- zelden gefchiedt, o f wanneer hy anders maar
3u™Kt'ver. in de Grond wil zyn, boort hy ’er lang in heen
en weer, en maakt zig eindelyk, totzyne Verandering,
weder een Pil , die wel valt is fa-
mengekleefd met het Lymige Vogt, het welke
hy van agteren uitwerpt. Uit deeze Pil komt de
gemelde Kever voort.
m££SL> ^43) Tor die ongeboomd is 'en bleekrood, met
Mey-Seve° 5 W i BorJlJtuk Raairig, de Staart neer geboogen
en witte infnydingen aan bet Ag-
terlyf.
Een T o r , die in Düitschland, Vrankryk en
andere deelen van Europa, ja zelfs in eenigen
.van onze Provintiën, gelyk Gelderland en O-
veryffel, zo gemeen is , als by ons, in Hol-
land en Welt-Vriesland, de Gouden Torren;
komt ons hier voor, onder den Bynaam van
Melolontha. Het Griekfch Woord
3S van de Ouden gebruikt om zekeren Tor te
betekenen, en naar alle waarfchynlykheid hebben
zy deezen daar mede bedoeld, die op de
Bloe-
(43) Scarab*us muticus teftaceus, Thorace villofo, Cauda
inflexa, incifuris. Abdominis albis. Faun. Suec. A l d r.
*/• 4J+' T* fuPer‘ f• MO ij FF. Lat. ISO. f. 2. HOEF.NT.
lnf. T. f. f. 11. MEK I A N. Europ. I, p. 2. f. 4. G oE 0 ’
/*/. I. T. 78. A U . Inf.6o. KAJ. J»f IOf, n. I. ROES.
Jnf.lï. Scarab. I .T , I , f u , Gaz. T. 9.f. z. ÜMWESH,
E p ijt , I. p. is.
Bloeiden der Appelboomen aalt; niet de Groe- V.
ne of Gouden Torren, gelyk fommigen, zelfs
C h a r l e ï o n , gemeend hebben: want deeze. H oofd.
fchynen by A r i s t o pha n e s genoemd te r
zyn Chryfomelolonthia-. De Overzetters van het >f Mey-ja-
Oude Teftament hebben daar op het oog gehad
met het Woord Kevers in ’t Latyn Bru-
cbus; als die het Geboomte zeer benadeelt en
de hope op een goede inzameling van Ooft te
leur Helt (*). Ook is deeze Tor eigentlyk een
der genen, die wy hier te Lande Kevers noemen
, wegens de Ipitsheid van het Agterlyf. ïn
Düitschland is hy zo gemeen, onder den naarn
van MayenKaefer, of Mey-Kever, dat R oeb
e l ’er, in zyne befchryving, den tytel aan
geeft van der allenthalbé bekannten Mayen- Ke.
fer. F é i s c h , nogthans, is van oordeel, dat
de Jimy-Kever dikwils verward wordt met
den Mey-Kever, dus genaamd, zegt h y , oni
dat ’er in de Maand Mey de Boomen en Bloe- *
men meelt door befchadigd worden.
Een andere en wel de gemeenlte Naam, dièri
deeze Kever hier te Lande voert, is die van
Molenaar. Sommigen willen dit daar van afleiden,
dat zy de jonge Botten der Kerfen, A-
brikoozen en andere Vrugtboomen, vergruizen
en als tot Stof maaien: doch het is waarfchyn-
lyker, dat zulks afkomltig zy van zeker Spel
def
(*) zie de Schriftuurplaatfcn hier voor, bladz. Ja. by-
gebragt, als ook J o ë l . tl. v. 2 y.
* I. Deel; ix. stuk, O 2