XIII.
Hoofd.
stu k .
L i.
SangaineuS.
Bloedroode,
rondagtig en geknobbeld heeft, de Deb
fcbilden met twee gegolfde Banden, de
Sprieten omtrent middelmaatig.
M e n heeft deezen in ruigte gevonden in Sw c c -
den. D e D e k fch ild e n z y n zw a r t , naar de t ip .
pen b le e k e r , met uitgeholde Stippen o f P u t je s ,
u it het midden van welken een H a a irtje o pry ft.
( 5 1 ) B o k - T o r , die bet Borfiftuk ongedoomd,
rondagtig beeft, de Dekfchilden Bloedrood
, bet Lyf zwart, de Sprieten middelmaatig
D e H e e r U d d m a n heeft deezen te Up fal
in de W a n d en waargenomen. D e geftalte i$
t’eenemaal als die van den L a ftd ra a g e r, doch
het Borftftuk boven ’r S c h ild je , de D e k fc h ild
e n , het A g t e r ly f , z y n altemaal B lo e d ro o d ,
met eene naauwlyks zigtbaare W o llig h e id ; het
overige zwart. H e t Borftftuk is oo k platter
dan in de gemelde B o k .
D e H e e r G e o f f r o y betrekt deezen toe
een Soort van B o k je , dat h y noemt la Lep-
ture veloutêe couleur de feu, om dat het de D e k fchilden
zo wel als ’t Borftftuk bekleed heeft
met W o llig h e id , als F luw e e l, en V u u rk le u r ig
rood. H e t heeft de Sprieten korter dan het
L v f en de langte is omtrent een h a lf D u im .
D it
( j i ) Cerambyx Thoracemutico fubrotundo, Elytrisque fan-
raineis, Cotpore nijro , Antennis mediocribus. Syji. Nat. X.
D i t In f e k t , z e g t h y , komt u it oud H o u t vo o rt: V.
men v ind t het op de B ra n d h o u t -W e r v e n , en
fomtyds oo k wel in H u is ( * ) . H oofd*
Stu k.
(32) B o k -T o r , die hetBorfifluk ongedoornd en c^ ' tut
rondagtig heeft-, het Lyf zwart, de Dek- Kaftanje-
Jchilden, Sprieten en Pooten, Roeflkleu-
rig, de Sprieten kort.
D e e z e onthoudt z ig in de Boflfchen van Swee»
den. H y is van grootte als de g eg o lfd e , maar
een weinig fm a lle r , aan de zyden van het
Borftftuk roodagtig. H y zweemt naar den
Boerfchen B o k * , maar is k le in e r. *niadz. s<5-,
XIV. HOOFDSTUK.
Befchryving van ’t G e flsg t der B o k j e s , onder
welken verfcheide kleine Mand/ehe, en twee
raare Uitheemfche, de eene L a n g h a ls of K a -
m e e l-B o k genaamd, alhier zyn af geheeld.
Kan de B o k -T o r r e n heeft L in n /üus ’er v ttm -
eenigen afgefcheiden onder den naam van
Leptura; cm dat z y naar agteren, dat is naar ’c
Staart-end to e , v e rfin a lle n o f dunner worden
in
(*) Hiß. des Inf, tnv. Paris. Tom. I. p. 120.
( ja ) Cerambyx Thorace nrntlco fubrotundo, Corporeque
Jiigto, Elyrris Antennis pedibusquefexrug'neis, Antennis br«-
trioribus. Syft. Nat. X.
i . L ï .e l , IR. Stu k .