V . alle Avonden niet even v e e l, en fomtyds in ’e
A f d e e l . geheel geen L ic h t : waar u it fcheen te blyken»
H oo fd, dat het zu lks v ryw illig deedc. O v e r dag hieldt
stuk. het z ig ftil , verfchuilendc onder Bladen en
Gtimwem. Q roente - die men ’er aan gegeven h a d t; doch
*s avonds begon het z ig te beweegen , te lo o -
pen en dien G la n s te verfpreiden. H e t lie p
la n g z a am , en al* met horten en ftooten, fchy*
nende zeer vreedzaam te z y n van aart. D o
H e e r d e G e e r merkt a a n , dat de Afbeel«
dingen , hier g e b ru ik t , een weinig grooter dan
na tuurlyk z yn .
O p deeze tVaarneemingen behoeft men niet •
te tw y fe le n , o f de glaDS der Glim w o rm en kan
fomtyds zo fterk z y n , dat men b,y het L ic h t
van drie o f v ie r zou kunnen leezen. O o k za l
men z ig niet ve rw o n d e ren , dat de Indiaanen
in de heete L a n d e n , alwaar zodanige Infekten
miffehien nog fterker L ic h t g e e v e n , hetze!»
v e voor iets G o d ly k s houden.
In de voorgaande E e uw , re e d s , heeft zekere
T e m p e e r in En g e lan d waargenomen , dat
het L ic h t van z u lk e e n ln fe k t door een Houten
D o o s je , en door P a p ie r , heen- d ro n g , en dat
het naauwlyks g lo m ,, indien het niet in be-
weeging was. O o k gebeurde het fo raw y le n ,
dat h e t , fchoon in heweeging zyn d e , geen
L ic h t g a f C D - D i t L ic h t wordt m e n , b y Zo »
m e r , d ikw ils in de T u in e n en V e ld e n gewaar»
zegt
(*) Tranfatt. Philo/% de 1’Ann. 1(71. N. 7 >- Art. J.
zegt G e o f f r o y . In Sweeden “v ind t men V .
deezen G lim w o rm ook fomtyds in de Je n e v e r- A J D“ L*
bofchjes op den Grond* O p de H e ije n en Hoofd.
Zandgronden komen z y in ons L a n d oo k v o o r ; *TUK*
g e ly k m y ’er dus twee z y n to egezo nden, clmV)Qrm'
die omtrent Soeftdyk gevonden waren.
D e H e e r G e o f f r o y h e e f t , omfrreeks
P a r y s , een M annetje gekreegen, dat een w e i.
nig van de voorgaanden verfchilde. H e t hadt,
in de eerfte p laa ts , de Sprieten d ik k e r en ha lf
zo lang als ’t L y f ; ten anderen het Borftftuk
langw erp iger, e n , ten d e rd en , de D e k fch ild e n
ko rte r: weshalve h y h e tH a lf fc h ild ig no em t(*)♦
D e twee agterfte R in g e n van deszelfs L y f
gaven L ic h t . Z y n E d . tw y fe lt , o f het niet
eén verfchillen d Soort van G lim w o rm z y .
' ( 2 ) St. Jans V lie g die een weinig langwerpig n .
is en bruin, met de Dekfchilden rosagtig p>r*!is'
gerand, bet Borftftuk paarfibagtig tin-
nen den rand.
D e e z e o n th o ud t'z ig in N o o rd -Am e r ik a .
St. Tans V lie g die Byrond is, met bruine m .
W Dek* * * * * *
(*) Le Vet-luifant a demi-fourreaux. H ß . des Inf. Tom.
I. p. 168.
(2) Cantkaris oblongiufcula fusca, Elytiis margine Hifes-
centibus, Thoraceque inua maigintm purpuiascent*. Syfi.
Nat. X.
(3) Cantharis ovata, Elytris fuicis, maiginaii ui*,
sngulari flavi. Syfi, Nat. X.
I. DEEL, IX. STUK. P P 4
m
m
b|PJ
siSgj
M l a