V. „ 1722, na herhaalde onderzoekingen, deeze
Afdeel. ^ Wormpjes, eindelyk , de GeftaltewiffeliDg
Hoofd- ,» zag ondergaan op de volgende manier.
stuk. De drie eerfte Vervullingen gefchiedenzo,
* ,, dat het uitgezette Lïghaam de oude Huid,
„ boven op de*Rug, over de drie voorfte Rin-
„ gen, in de langte doet barden; waar op ver-»
,, volgens de Huid, door veele beweegingen
,, die het Wormpje maakt, allengs geheel
,, wordt afgefchooven. D e afgelegde bruine
,, Huid is altoos, van binnen, nog met een
„ witte Huid gevoerd. De Verandering tot een
,, Popje gefchiedt in de vierde Huid: wanneer
,, deeze van boven open bard, komt ’er het
,, Popje uit voort. Dit heeft den Kop zeer ne-
„ derwaards geboogen, zynde rondom Wollig
„ o f ruig door fyne korte witte Haairtjes, en
,, hebbende op de zes middelde Ringen kleine
„ bruinagtige Oogjes, van binnen wit. Tei>
„ wyl deeze Pop nog wit is , ziet men ’er ook
„ reeds de bruine Oogen van het Infekt aan,
, , dat, wanneer zy bruin geworden is , als een
,, glimmend zwart Torretje daar uit kruipt,
,, hebbende op de Schildjes, van boven, ieder
,, een witte d ip ” .
iv. (4) Torretje dat bruin i s , mei de Sprieten
pw. KlCit' gee/, als Pemeveertjes.
Vederspnetig.
Van deeze Soort van Torretjes , ook in ons
Wë-
(i) Dermeftes fiifqjs, Anten,nis luteis pennatis. Syft. Nat. X.
Wereldsdeel voorkomende , "heeft de Heer V.
G e o ff R OY een byzonder Geüagt gefor-
meerd, onder den Latynfchen naam van PtilU Hoofd-
ms, en den Franfchen Panache, dat zo veel STüK*
zegt als Pluim-Torretje: want de Sprieten ver-
toonen zig Vederagtig. Zy bedaan uit elf Leedjes
, waar van de twee, digd aan den k o p , zonder,
de overigen ieder met een lang byhang-
zel zyn , dat dezelven z ig , eenigermaate, als
gezegd is doet vertoonen.
De Wormpjes van deeze Infekten onthouden
zig . volgens hem, in de Stammen van Boomen ,
waar in zy kleine, diepe, ronde Holletjes boo-
ren, en in dezelven ondergaan zy hunne Veranderingen
, tot dat z y , Torretjes geworden
zynde, daar uit komen vliegen op de Bloemen,
alwaar men deeze Soort fomwylen ontmoet,
die, op gelyke wyze als de Spektorretjes, wanneer
men ’er aanraakt, den Kop en Pooten intrekt
, en zig als dood houdt. Ook kan men,
in oude Stammen van Wilgeboomen, fomtyds
de Maskers, Popjes, ja de Torretjes zelf, ge- >
reed zynde tot het weg vliegen, vinden.
Een andere Soort van Veder-Sprietig o f p l . lx x ii i .
Pluim-Torretje, door deezen Autheur, z o ^ " 3‘
in natuurlyke grootte als door een Vergrootglas
afgebeeld ( * ) , dat vry gemeen op de
Bloemen omftreeks Parys voorkomt, heeft de
Schil-
(*) H>ß. des Infeil. env. Paris. Tom. I. P* 6 6 . Tab. I.
fit- *•
. Deel. IX. Stuk. « 4