V . Am erika waargenomen. H e t g e ly k t naar het
An > r W a te rb o k je . D e D e k fch ild e n loopen fpits u it
Hoofd- *1* eeQ E l s : en z y n zeer g la d , n it den Z e e .
«tu k. groenen geelagtig , met eencn paarfchagtigen
rand. D e K o p is zwart. D e Sprieten z y n
Draadvo rmig zwart en de helft korter dan het
L y f ; de D y ë n geknodft. H e t A g te r ly f is
zw a r t , Spilro nd , met wit gerande in fn ydin -
gen.
Gebronft. H ie r z a l ik een aartig Soort van uitheemfche
p L L x x v i. B o k je s b e fch ry v e n , uit de Verzameling van den
H e e r P . K r a m k r : hoewel het in geenen deele
met deeze Soort overeenkomftig i s , dan ee-
nigermaate in de K le u r . H e t zou ook meer
gelyken naar den Vergulden B o k ; hier voor
*Biadz. s69. befchreeven * ; doch de D e k fch ild e n verfmallen
aanmerkelyk naar de tippen en zu lk s fchynt het
te brengen tot dit G e f la g t , het welk daar van
den L a tyn fch e n o f Grie k fch en naam draagt.
D e K le u r is zeer zonderling en meeft naar K o f -
fy k le u r zweemende, doch d o f en F luw eelagtig
gehaaird. O v e r ’ t L y f lo o p e n , in de la n g te ,
eenige breede Streepen, die roodagtig, en zeer
g la n z ig , gebronft z y n ; één op ’t m id d en , en een
ander aan d eb innenz yd e o f b y de famenvoeging
der D e k fch ild e n . O o k is \ a a nm e r k e ly k ,d a t
deeze B o k -T o r de Agterpooten zo byfter breed,
plat en lang h e e ft , regt tegenftrydig met het
L a n g h a ls -B o k je . D e Sprieten z y n in dezelve
insgelyks v r y lang,
C i8 )
i
( 1 8 ) B o k je , dat bet B o r jïjtu k bolrond en zw a r t ,
agtig b e e f t , de D e k fc h ild e n , met vie r
ge ele Banden ov e rdw ar s , de Pooten ros.
D i t komt ve e l in de Boffchen van Sweeden
voor. H e t Borftftuk is b o lro n d , b ru in , met twee
geele R in g e n . D e D e k fch ild en z y n bruiDagtig,
met een flaauwe geele Streep van v o o re n ; dan
een afgebrokene ; vervolgens twee breedere
naar de tip to e , die z e lf geel is , g e ly k ook
de Pooten en Sprieten (* ).
( 1 9 ) B o k je , dat bet B o r jlflu k bolrond en zw a r t ,
de D ek fch ilden zw a r t , met v ie r geele B a n d
e n , w a a r v a n drie agterwaard krom, de
Pooten R o e jik leu r ig heeft.
F r i s c h noemt deeze S o o r t ; een zwarte
met ge e l getekende H o u tk e v e r , van de vierd©
grootte, G e o f f r o y geeft ’e r , in ’t Franfch»
den ty tel aan van B o k je met vergulde M a a n tje s
( f ) . M e n vindt dit fchoone In fe k t , zegt h y ,
in
( is ) Leptuia Thorace globofo nigricante, Elytris fascii*
quatuor transverfis flavis, Pedibus rails. Syft. Nat. Ti. Ceram-
byx ferrugineo-rufus , Ely«is nigro-cmereis pur.ais excavatis.
nigris. R d dm. Dijft. si-
(*) Faun. Suec. Ed. II. N. 694-
(19) Leptura Thorace globofo ,nigro, Elytris nigris, fasciis
linearibus flavis, tribus retrorfum arcuatis, Pedibss ferru-
gineis. Syft. Nat. X. Scarabxus arboreusluteopi&us. Er isch .
Inf. x i l . T. III. Ic. 4. f. 1. Cerambyx nigris Elytris, fas-
ciis quatuor flavis arcuatis. Ud dm . Ditf. 3°.
( f) La Lepture aux craijftansldtrés, Hift. des Inf. env. Pa*
lis» Tom. I. p. 212.
Jf DSIX. IX. STUK.
A fdeel.
XIV.
H oofd*
stuk.
x v n r.
D etr ita .
Bruin,
XIX.
Arcuata.
Groot«]
Onruft,
'M
S i Ét|
fel
m \
•:r I