488 B e s c b r y v i n g v a n
V. (5 8 ) Olyphantje met een harte Snuit, dat de
A fdeel. ftekelig heeft, $ Dekfcbilden ,
Hoofd- Sprieten en Booten, Roejtkleurig.
STUK.
xviii. Dit onthoudt z ig , volgens den Heer S o-
XMgweipig-g a n d e r , in Sweeden, en heeft de grootte
van een Torretje; dat zeer onbepaald is uit-
gedrukt.\
Argenfatus ( 5 9 ) Olyphantje met een korte Snuit, dat de
Verzilverd. Dyën Jlekelig beeft, bet Lyf groen ver*
zilverd.
Tot deeze Soort betrekt de Heer G eof -
f r o ï een Olyphantje met Goudgroene Schubbetjes,
doch zwartagtig bruin van Grondkleur;
zo dat het zig als gebronft Kopergroen vertoont,
en weinig, dan in grootte, fchynt te
verfchillen van het Olyphantje met groene
Schubben , ’t welk zig op de Peereboomen
onthoudt; gelyk deeze Soort, een derde Duims
lang, zo hy aanmerkt ook in de Tuinen op ’c
Geboomte gevonden wordt. Het Verzilverde
Europifche onthoudt zig , volgens LiNNiEus ,
op de Brandenetelen,
De Heer L .T . G r o n o v id s brengt dit te
berde (*) als een der twee Olyphantjes, in
Ne-
I' (s%) Curculio breviroftris, oblongus, Femoribus dentatis,
Antennis Elytris Pedibusque ferrugineis. Syft. Nat. X.
( s9) Curculio breviroftris, Femoribus dentatis , Corpore
Viridi-argentato. Faun. Suec. 449. Curculio Femoribus omnibus
denticulo notatis, Corpore viridi oblongo. Faun. Suec. 459,
t (* ) AH. Helvetica, Bafil, 1761, Vol. V. p. 114.
U e O L Y V H A N T J E S. 4-89
derland door hem waargenomen, zynde het an-
dere dat van ’t Speenkruid , met een lange %L
cnl1;t hier voor befchreeven *. Wy hebben Hoofd-
i e i Laod, boven en behaWe d e K a l a n d e r s ^
van het Koorn, en die der Appelbloesems,
welke zeer gemeen en bekend zyn, nog veele
andere Soorten van Olyphantjes, klein en groot.
Dit groen verzilverde heb ik van een vierde
Duims lang, met de Sprieten en Pooten rood-
agtig, en alle de Dyën meteen Klaauwtjegewapend.
De gemelde Verzilvering fchynt,
door het Vergrootglas, .uit een menigte van fy-
ne Haairtjes te beftaan.
(60) Olyphantje met een korte Snuit, dat de ^lx.^
Dyën Jlekelig beeft, bet Agterlyf Eyrond Eyrond.
zwart, de Pooten en Sprieten ros. ,
Men vindt dit, zo wel als ’t volgende, in
ons Wereldsdeel (*).
(6 1 ) Olyphantje met een korte Snuit, dat de Lxr.
Dyën ftekelig beeft, de Sprieten van onde•
' ren rosagtig.
Dit
(So) Curculio breviroftris, Femoribus dentatis, Abdomine
ovato nigro, Pedibus Antennisque rufis. Syft. Nat. X.
Daar ik de Woonplaats van de Infekten niet gemeld
heb, kan men verzekerd zyn , dat z y , door onzen Autheur,
voor Europifche opgegeven worden.
(61) Curculio breviroftris, Femoribus dentatis, Antenni*
bafi rufescentibus. Syft. Nat. X.
1. deel. IX. stuk. H h 5
.«»1 Hl
m