620 B ë s c h r y v i n c v a s
V. tig Soorten, waar onder niet meer dan vier
Uitheemfche zyn, de overige twintig altemaal
Hoofd. Europifche, e n , benevens nog verfcheide na-
s t ü k . derhand ontdekte , in Sweeden waargenomen.
In de Zuidelyke deelen van Europa vondt Doktor
S co p o l i wel vyftienderley Springkevers:
G k o f f r o ï zeftien omftreeks Parys. Het
is dan te verwon deren, dat de Heer G rono-
v i u s dezelven van de Infekten van ons Land
heeft uitgemonfterd ( * ) ; daar men ’er zeker-
lyk verfcheidene vindt.
i. ( i ) Springkever met twee zwarte Oogjes,
oeuUtus.' die in witte Kringen Jtaan, op bet Borft
Ge-oogdc. Jlukl bet Lyf zwartagtig,
By P e t i v e r is, onder den naarrfvan Flu.
weel-Oogigc Virginifche Knip-Tor; dit Infekt
een en drie vierden Duims lang en een half
Duim breed, met geftreepte Dekfchilden afge.
beeld. Hy betrekt ’er toe twee zodanige Infekten,
het eene van Maryland, het andere
uit Virginië ; dus beiden uit Noord-Amerika
afkomftig. De eerfte viel gemeenlyk anderhalf
Duim lang , waar van het Borftftuk, of
voorfte gedeelte, een derde uitmaakte, zowe l
in
( * ) A t t , H th . VOL . V. pag. l i s -
( i ) Klater Thotace oeelïis bitlis atris, Iridibus albis; Cor-
pore nïgricante. M .L . U. Syji. Nat. X. Gen. i t z . Scarabxus
elafticus major, Capite birmculato. P e t . G a z . Tab. X. fig.
+. Fhil. Tranfatl. N . ï+ 6 . p. 3f t . n. 13 5c N. 1 7 °. p.
si2. n. 32.
Djt SPRINGKEVERS. 62 ï
ïd langtc als in breedte een M f Duim zyndc.
Op zyde was dit Infekt grys, met een glans
van Satyn, in ’t midden zwart, en zeer aan-
merklyk wegens twee ovaale fluwcelagtige
Vlakken, zwart van Kleur, in witte Kringen.
Veelen, zegthy, houdenze voorOogen, doch
die zyn tienmaal kleiner en ftaan by de inplanting
der Hoornen of Sprieten, welke omtrent
een half Duim lang zyn. De Dekfchilden
Zyn zwart , geribd en digt bezet met witte
Vlakjes. De Virginifche wordt Snapper genoemd,
wegens het Geluid, dat hy in t fprin-
gen maakt, zegt 8 a n i s t e r , die hem in Virginie
gevonden hadt. P e t i v e r merkt aan,
dat deeze en de Marylandfe een zelfde Infekt
zyn-
To t de Afbeelding (f*g. 13.) hebben wy
gebruik gemaakt van een vreemden Springkever
van dergelyke grootte, doch zonder de ge-
melde lOogswyze Vlakken. Hy heeft het Borft-
ftuk Zeegroen ; de Dekfchilden wit met groene
Streepen, of liever, wit gerand, en dan
met drie dubbelde witte Streepen op een groenen
Grond, of eigentlyk met groene Ribben
en witte Voortjes zeer aartig getekend. De
Pooten zyn zwart : de Sprieten Kamswyze.
(*) Springkever met een gladde geele Vlak op
de zyden van bet Borjlftuh
Dea-
(1 ) Elater Thoracis lateribus macula flavà glabta. M. L.
Cr: Scarabxus médius fuscus, Thoracc angola» lucem cwit-
I. De e l . ÏS i Stu k .
V.
A f d e e l ,
XVI.
Hoofds
t u k .
PI. l x x Vi .
Fig. 13.
TT.
2Sfêïïilucu!»
ten