Y* aan ’t Inlekt veel moeite koft, De bekleedzels
A fdeel. , _ .
j I, der Pooten met alleen , maar zelfs de Pyltjes
Hoofd- o f Hoorens als ook de Lugtftippen, vertoonen
STUK• • • u 11 y
zig aan dit oude Vel ,• zynde deeze laatften»
dat zonderling voorkomt, aldaar niet open ,
maar met een Vliesje geflpoten. Alles, tot heö
Haair en de Oogen toe, vindt men ’er aan. Daar
zyn ruig® Rupien , welker Haaltjes met het
Vel zelfs afgeworpen worden, en niettemin
vertoont zig het Infekt, na de Vervelling, even
Haairig als te vooren : maar deeze nieuwe
Haairtjes waren niet,. gelykerwys de andere
Deel en, in de ouden, als in Scheeden, befloo»
ten: zy lagen plat gedrukt onder de oude Huid,
en zetten zig, na dat dezelve afgeworpen i s ,
o verend.
verandering Wanneer dit afwerpen van de Huid de Iaat-
of PaapjeP Re maal gefchiedt, neemt het Infekt een geheel
andere gedaante aan, of verandert tot die Ge-
t Nympba ftalte , welke men Pop f noemt ; om dat
het zig alsdan, fomwylen, gelyk een gebakerd
Kindje vertooDt. Ook worden zy dikwils, mis-
fchien om een acderej reden,Paapjes genoemd
Men vindt onder deeze die Goudkleurig zyn*
o f als met blinkende en vergulde Vlakjes, 't
welk ’er in ’t Griekfch den naam van Cbryfalis,
o f
(*) Ik vind de Poppen, in navolging van de Franfchen,
die ’t Woord Nymphe gebruiken, ook Nimfen getyteld j doch
om de dubbelzinnigheid, dewyl mén de Juffers o f Rombou-
ten ook Nimfen noemt, vcrmyd ik die benaaming, gebruf-
kende liefft de genen, wdke onder onse Liefhebbers beken#
ayni
in ’t Latyn dien van Aurelia, aan heeft doen V
geeven. Doch deeze Poppen yerfchillen on- Afdeel.
eindig, in gedaante, kleur en beweeging: zo Hoofd.
dat fommige Autheuren, zelfs, daar van de STÜX*
Rangfchikking der Infekten* hebben willen afleiden.
Sommigen beweegen z ig , anderen in
’t geheel niet; eenigen gelyken meer, anderen
minder en zo weinig naar het Infekt, waar van
zy komen, dat ’er zyn, die fommige Poppen in
’t Fraofch Féves, dat is Boonen , hebben genoemd.
In anderen, daarentegen, wordt men,
zeer duidelyk, alle de Lighaamsdeelen van het
Infekt gewaar. Ik zal, in ’t algemeen , den
naam van Pop geeven aan alle de Infekten in
deeze tweede Staat;
Sommigen , eg te r , verdienen dien naam Verfêhil der
meer, anderen minder. Tot de eerften behoo- Poppen‘
ren de Poppen der meefte Rupfen, in welken
men naauwlyks de Deelen van het Infekt, dat
|er; uit voort moet komen, kan onderfcheiden;
als ook die van de Kwatwormen der Torren en
dergelyke Schildvleugelige Infekten; de Wormpjes
der Byëu, Wespen en die der Vliegen: daar
de, Wormpjes der Muggen, Puiftebyters en anderen
, in de Raat van Pop , naauwlyks van de
Infekten verfchillen , dan daar in, dat zy geen
Voedzel gebruiken. Men vindt ’er, eindelyk,
die, in deeze tweede Staat, nog meer naar volmaakte
Infekten gelyken : zy kunnen niet alken
loopen, maar gebruiken ook Voedzel,
hebbende Sprieten, Pooten en andere Lighaams-
I. DEEL. IX. STUK. C 3 ■ dee-s