V.
Afdeel.
IV.
Hoofd*
STUK»
xxn.
Paniceus.
Broodtorretje.
den van ieder van welken een witagtig Haairt-
je voortkomt. Het Infekt heeft zes Pooten,
met witte Haairtjes bezet, en het derde Lid
uit vier Leedjes beftaande, met twee haaks,
wyze Klaauwtjes aan ’t end gewapend. De Bek
is met twee Proevertjes en twee Nypers voorzien
, die het naar believen intrekt en uitbrengt,
om zyn Voedzel te nuttigen»
(22) Torretje dat Yzergraauw is, met de Oo-
gen roodagtig.
Dit Torretje voert dien Bynaam, om dat het
in ’t B^rood zig onthoudt, dat van ’t zelve uitgegeten
wordt, zegt L 1 n n je u s. Het heeft
de grootte van Geerftzaad, is ftomp, geheel
KaftaDjebruin, zelfs de Sprieten, en naauwlyks
Haairig: de Oogen zyn wat rpoder. M u l l e r
vondt hetzelve in Deenemarken ook.
De Heer G eoffroy heeft omflreeks Pa-
rys een Torretje in het Meel ontdekt, van ’ t
welke de Ouweltjes, die men in Laaden houdt,
fomtyds doorknaagd worden. Dit brengt hy
tot zyn Geflagt van Byrrhus of Vrillette, zeggende
(* ) dat het van de Houttorretjes in Ge»
ftalte zo zeer niet verfchilt als in de Kleur, die
glinfterend, roodagtig bruin, en dat het wat
kleiner is , zynde naauwlyks een Linie lang.
Hy noemt hetzelve roodagtig, glad Fretje met
zwar-
(22) Dermeftes fermgineus, Oculis rufis. Syfl. Nat. X.
( * ) H ifi. des Inf. env. P a r is . T om. I. pag , in.
zwarte Oogen, dat egter wederom merkelyk V.
verfchilt. ‘
(23) Torretje dat zwart is en glad, zeer
Ilomp, met de Pooten Yzergraauw. xxnr.
J r 0 Euflatius.
Dit Beeftje is van den Heer R o l a n d e r ,^-ToPaetje.l°
in de Paddeftoeleh of Kampernoeljes, pp ’t Eiland
St. Euftatius ontdekt. Het heeft de grootte
van een Luis, is zwart en zeer glad, van
agteren by uitftek ftomp, doch niettemin met
Schilden gedekt.
(24) Torretje dat langwerpig, glad en rood- xxiv. . . _ StercoreüSi agtig is , met zwarte Oogen* Drektorretja*
Dit kleine Torretje, niet grooter dan een
Luis, wordt in de Paarden - Drek aan de W e gen
gevonden , waar van het den Naam heeft.
De Geftalte zweemt veel naar die van een
T o r , doch de Sprieten brengen hetzelve t’huis
tot dit Geflagt. Meeft ontmoet mén het in 't
Voorjaar en het komt ook fomtyds in de Huizen
voor.
(25) Torretje dat langwerpig én roodagtig iSi xxv.
met de Dekfchilden korter dan het Lyf. Lutawretjs/
Dit
(23) Dermeftes alter glaber, obtufilfirrius, Pedibus ferrugt-
heis. Syfl. Nat. X,
(2+) Dermeftes oblongus glaber teftaceus, Oculis nigris»
Faun. Sttec. 375.
(zs) Dermeftes oblongus teftaceus, Elytris abbreviatie Syfl.
Nat. X. Chryfomela dilute teftacea hemiptera. Faun. Stiet, 441. ^
I. DEEL. IX» STUK. V 2