V .
AF DEELi
VIII.
H oofds
t u k .
Da Pop,
f>£. iz.b, :
Soorten.
zameld, Dergelyke Wormpjes ontmoet men
' dikwilsop de Diftelen, op de Kroontjes-Bloem
draagende Planten, enz. Aldaar vindt men ook
het wonderlyke Popje van dit Infekt, dat niet
in de Grond kruipt om te veranderen.
Het Popje is breed en plat, byna ovaal, en
vin zyn Omtrek met Byhangzels, die veelpun-
tig zyn, verfierd, gelyk men ’t zelve in Fig.
i a , volgens de natuurlyke grootte , en drie*
maal in langte en breedte vergroot, daar ne*
vens, ziet afgebeeld. Gemelde Byhangzels ge-
lyken naar een Soort van Bladwerk, en aan ’c
voor- of boven-end is het bepaald als een Halskraag
, met takswyze puntjes. Dit doet het
Popje veel meer gelyken naar een gekroond
Wapenfchildje, dan naar een Infekt of Worm.
Deeze zonderlinge Pop is bleek groen van
Kleur,, met eenige bruine Vlakken op de Halskraag,
en de Vinnen, op zyde, zyn wit. ■ Ten
einde van veertien Dagen ziet men daar uit het
Schildpadje of Schildtorretje voortkomen, ’t
welk door de Bovenhuid aan het voorfte gedeelte
uitbreekt, en waar van men, van onderen,
reeds den Kop, Sprieten en Pooten , onder
omwindfelen verborgen, in de Pop had kun-
den zien. Hetzelve legt zyne Eijertjes op de
Bladen der Boomen , die door de Wormpjes
van onderen worden afgegeten.
In Europa vindt men maar weinige Soorten
van deeze Infekten, doch uit de Indiën komen
’er die zeer fraay en groot zyn. L i n n ^eüs
heeft
heeft van de eerften drie, en van de anderen
wftien Soorten aangetekend. Verfcheidene,
die, in de befchryving der Sweedfche Dieren,
tot*dit Geflagt betrokken waren, zyn thans,
door hem, gelyk wy gezien hebben, tot de
voorgaanden t’huis gebragt.
V .
A fdeel.
VIII.
Hoofdstuk.
( i ) S c h i l d p a d j e dat groen is van Kleur. -
Deeze Soort j die door haare Groene kleur
van de anderen onderfcheiden wordt, is zeer
gemeen in Europa. Men vindtze op de Plan-
ten die gekranfte Bloemen draagenf, gelyk cte t Vertunu.
Kruifemunt en dergelyken, als ook op de D is - -
telen. De langte is fomtyds een, fomtyds anderhalve
Linie; de breedte wat minder: dat het
L y f ovaal maakt. Het Borftftuk is zo breed
van rand, dat de Kop daar door geheel bedekt
wordt, even als het overige des Lighaams door
de Dekfchilden , en dit geeft ’er de gedaante
van een klein Schildpadje aan. Van onderen
vertoont zig het Ly f , dat geheel zwart is, uitgenomen
de Pooten , welken bleek zyn van
Kleur.
Onder de vroegere Autheuren, heeft B l a n - De\vorm.
k a a r t , G o e d a a r t en Juffr. M e r i a n
van
( i) Caflïda viridis. Syft. Nau X. Gen. i 74~ Faun. Suec.
3 7 7 R A J . Inf\ a°7- & 5- G O E D . Inf. I. p. 94- T . 43.
F R 1 SCH. Inf. IB. p. 35. T. 29. B L A N K . Inf. 89» T.
II. f. F. RE AU M. Inf. III. T. .8. MER IA N. Eurcp. T.
l i j . ROES. Inf U. Sc ar. III. p. 1 3 . T. 6. V O L K Hef?.
I, p. 166, f. 4.