V. Dit laatfte heeft inzonderheid plaats omtrent
A f d e e l j e Lïevenheers Haantjes, waar van de Heer J.
H o o f d * C . P h i l i p s het nevensgaande, in de natuur-
stuk. lyke grootte, Fig. i . afgebeeld, eens te Mui-
Lxxiv. derberg gevangen heeft ; zynde zeer wel met
deeze Soort overeenkomftig.
xv. (15 ) Lievenheers Haantje dat de Dekfcbilden
ged heeft, met negentien zwarte Stippen.
Met negentien
stippen. Zodanig één, dat rood was van Kleur, en
maar een zesde Duims lang, vondt gemelde
Autheur omftreeks Parys. Doktor S c o p o l i
nam ’er waar met agttien en met twintig zwarte
Stippen , de Dekfchilden geel: de laatft-
gemelden op de Wilgeboomen,
xvr.
J^igintidugfu
n fta ta .
Met twee?
Cn-twintig
Stippen*
(16) Lievenheers Haantje dat de Dekfchilden
geel beeft, met twee en-twintig zwarte
Stippen.
Deeze behoort onder de kleinften, volgens
L i n n -i e u s . De Heer G e o f f r o v vondt
geele met zeftien en twintig Stippen, die veel
naar elkander geleeken , doch inzonderheid
verfchilden , doordien de Naad in de eerften
zwart was, in de laatften niet; in welken bovendien
twee Stippen op 5t midden van den
Zoom
( ij) Cocci nel la Coleoptrii flavis, punftis nigris novendecim.
S y jï. N a t .
(16) Coccindla Coleopttis flavis , punftis nigris viginti
duobus. Faun; Sliet. '401.
Zoom der Dekfchilden -a r en . die men niet
dan van onderen kon zien. Dezelven meent IX#
hy dat L i N N « ü s mede geteld zal hebben, Hoofd.
wanneer die van twee*en*twintig Stippen fpreekt;
dewyl ’er anders op de Dekfchilden maar twintig
zigtbaar zyn. Dit laatfte was lang een agt-
fte, het ander een twaalfde Duims; zynde het
Botftftuk in beiden geel, met eenige zwarte
Stipjes (*>
(17 ) Lievenheers Haantje dat de Dekfcbilden xvn.
rood- beeft, met vier -en-twintig zwarte
Stippen. Met vier- en-
_ _ twintig Stip-
Dit Beeftje, dat men op de Bloemen vindt, pen.
is ook onder de kleinften van dit Geflagt te
tellen, zegt G e o f f r o y ; zynde zeldzaam in
dit Land. Van de gemelde twaalf Stippen op
ieder Dekfchild, zyn eenigen met elkander fa-
mengevoegd, het welk ook in Sweeden waargenomen
was, De Heer M u l l e r vondt het
in Deenemarken, op het Gras- Doktor Sco-
pol i nam hetzelve ook waar in Karniolie.
(18) Lievenheers Haantje dat de Dekfcbilden XVin.
rood heeft, met vyf-en-twintig zwarte
Stippen. t Metyyf-entwintig
Stippen.
■ (*) Ibid. pag. 329.
(17) Coccindla Coleopttis rtlbris , punftis nigris vigintiqua»
tuot. Faun. Suec. «foz.
(i8j Coccindla Coleopttis rubris , punftis nigris viginti
quinque. Syft. N a t. X.
I. Deel. IX. Stuk. Aa 5