roodagtig of bruin C)> aan de tiPPen . v * A fdeel»
zw a r t . X IV .
H o o f d -
D e eene A u th e u r heeft de K le u r der D e k - stuk,
fchilden van deeze Soort ro o d a g d g ; een ander
g e e l; een ander, wederom, v u il geel o f
bruin waargenomen. G e o f f r o y geert er
de Afbeelding v a n , en noemt hetzelve de zw a r te
Stenocorüs met roodagtige D e k fc h ild e n ; aanmerkende
, dat die zeer in grootte v e r f c h ilt ,
doch in ’t algemeen k le in e r is dan de Pe*
d e l-B o k *. H y voegt ’e r b y , dat de zwarte
tippen de Mannetjes v a n d eW y f je s onderfchei-
den. F r i s c h fpreekt van bruinroode H o u t kevers
, groote en kleine , die d e W y f je s , en
bruin*
ber. rm s c H , /«ƒ. XII. T. 3. Ic. 6. f. 6 Cerambyx nigèt
Èlytiis flavis èxtremitatibus nigris. B.AJ. W- 4 99 - Capncor-
pus exiguus, vaginis rubentibus apice nigro. P e t . Gaz. T.
3®. f. 5. Leptura Thoracc nigro nitido, Elytris obfolete for-
dideque flavescentibus. G ADD. Dijf 27.
(*) Rubesccntibus lividisvi heeft L I N N M V S. GjÉO
j j o ï en Sc o p o l I volgen hem hier in , en de laatfte,
inzonderheid ., fpreekt van lividus als of het een bepaalde
Kleurwas; daar het doch, in deeze Bokjes * naauwlvks Loodkleurig
of blaauwagtig maar veeleer bruin of geelagtig fchynt
te betekenen ; gelyk de Plekken , van een Stoot of Slag aan
*t Menfchelyk Lighaam, van blaauw of paarfchagtig , zo zy
in ’t cerft- geweeft" zyn , naderhand worden. Het ware te
wenfchen, dat S c o p o u , die zo omftandig van de bepaa-
ling der Kleuren, door Pater P o b A , fpreekt, zelf die vail
'Teflaceus, F uIvhs en Lividus, om dubbelzinnigheid en twy-
feli„g te ontgaan, al wa, ’t maar door vergeljking, had bö-
Juald.
I. Deel. IX. Stuk. Oo a