V.
A fdeel«
ii.
H oofd ■
STUK»
in verfcheide Klaffen, naar de figuur en hoü?*
ding der Sprieten. Vervolgens fpreekt hy van
de Poppen in ’t algemeen, van de duuring van
derzelver Leven, en van de Middelen die ’er
zyn om ’t zelve , door Konft, te verlangen of te
Verkorten: waar omtrent hy zeer aartige Proef-
neemingen aan de hand geeft. Niet alleen heeft
hy dezelven, door Warmte van een Kaghel of
Van een Oranje-Huis, eerder aan het Licht gefragt,
maar zelfs de Poppen door een Hoen
doen uitbroeden in een Glazen Ey. Ik zal van
dit alles breeder moeten fpreeken, als wy toe
aan dien Rang van Infekten gevorderd zyn.
EeneByzonderheld, waar in de Heer R eau«
Mor de hedendaagfche Liefhebbers weinig
voldoet , is dat hy de Hoofdverdeelingen niet
afgeleid heeft van de Infekten in hunne Staar
van Volmaaktheid, maar in die Staat, in welke
zy het meeft onder onze Befchouwing vallen»
Dit heeft hem de Rupfen, in dat opzigt, boven
de Kapellen doen verheffen, en dit wel,
onder anderen om dat zy gemakkelyker waar
te neemèn zyn : daar hy in de Muggen, Vliegen
, Byën en Wespen, gemelde Order geheel
omkeert. Ook is het zonderling, dat fomwy*
len de Schikking en Rang der Befchryving doof
hem wordt afgeleid van de Levensmafiier, Huishouding
en andere Eigenfehappen der Infekten;
’t welk maakt, dat dikwils Kapellen, Vliegen
en Torren, door hëm, in een zelfde Artikel
zyn verhandeld. Voor- ’t overige kan men niet
mis*
mispryzen, dat by zeer breedvoerig is over al
het gene de nuttigheid of de afweering van het
nadeel der Samenleeving in dit Geval betreft :*
gelyk hy dus , van de Motten fpreekende, zeer
vlytig de Middelen voor oogen fielt, door zy-
ne Proefneemingcn onderzogt, om de Wollen
Stoffen en Bonten voor derzelver aanranding
te bewaaren: dat hy op de Plant- o f Boomlui-
zen een uitvoerige Befchryving laat volgen van
de Mekten, die zo veel dienft doen aaD onze
Fabrieken , door de Galnooten en dergelyke
Uitwaflen der Bladen, waar onder de Kermes*
Befiën niet van de minften zyn, te veroorzaa-
ken; gelyk hy doet op ’t eind van het Derde
en in ’t begin van het Vierde Deel zyner Me-
moriën.
Terwyl, nu deeze üitwaffen, veelal, door ze.
kere Gevleugelde Infekten veroorzaakt worden,
gaat de Heer R eaumur vervolgens over tot
de Befchryving der Vliegen die Twee-Vleu-
gelig zyn, waar op h y , na de Muggen en ee*
nige dergelyke Diertjes verhandeld te hebben ,
tot de Byën , Hommels en Wefpen, komt. Gelyk
de uitgebreide nuttigheid der Byën hem
over derzelver Huishouding zeer uitvoerig doet
zyn, zo heeft het nadeel, dat de Wefpen toebrengen
door het vernielen van onze Vrugten,
hem niet minder opgehouden. Zyne Manier
van Befchryving brengt deezen Kundigen Onderzoeker
hier tot eene herhaaling van ’t gene
door hem reeds in de Verhandeling der Rupfcn
,. I. Deel ix; stuk. -
A fdeel.
II.
Hoofdstuk.