V . D e e z c Soort van Bokken overtreft nog die
A fdeel. Ooftindifchen , waar aan ik den Bynaam van
H oofd- Langfpriet heb gegeven * , in de laDgte der
stuk. S p rie te n , welke v ie r o f vyfmaal ( * ) zo lang
»Biadi.J34- aj s ’t L y f , ja fom ty d sn o g la n g e rz y n . F r i s c r ,
die d ezelve noemt de H o u tke ve r met de langfie
H o o rn en , g e tu ig t, dat in fommigen derzelven
de Sprieten meer dan ze sm a al, in anderen maar
tweemaal zo lang als ’t L y f z y n .' H e t L e e d je ,
digtft aan den K o p , zegt h y , is d ik fl en kortft,
de volgende worden allengs wat langer en
d u n n e r, zyn d e meer dan de onderfte helft van
ieder L e e d je bleekgraauw , het bovenfte gedeelte
zwartagtig bruin. Indien de Sprieten het
■ Werktuig van de R e u k waren, (merkt hy a an , )
zo moeiten deeze Infekten zeer fcherp van R e u k
z y n ; o f van G e h o o r , indien dezelven tot dat
Z in tu ig dienden, g e ly k h y meende overtuigd te
z y n . D a t z y tot het G e vo e l en mooglyk ook
tot fchoonhouding o f befchutting van het L ig -
*, haam dienen , komt my u it de Leedjes veel
w aarfch yn lyke r voor. Ondertuflchen merkt h y
a a n , dat deeze Infekten een taamelyk Iterk
G e lu id van z ig geeven in de tyd d e rP a a r in g ,
en deswegen van de K in d e re n , in D u itfch la n d ,
ook G e ig e r , dat is V io o lilte n o f V io o llp e e l-
d e r s , gcheeten worden.
E e r l l
(*) In de Aftekening, welke de Heer N. S t r u y c i c
gegeven heeft van dergeiyk een .Bokje ( Inleid. tot de algemeent
Geogratb. enz. Amfterd. 17+0. Afb. IV. Fig. 6.) zyn de
Sprieten van die laagte.
E e r f t fchynt men deezen B o k - T o r , die niet V . „ , , . 1 AfDEEti*
van de grootftea i s , in Rusland waargenomen
te hebben; weshalven h y van P e t i v e r de Hoofd»
R ü ffifcb e A fcb g ra a uw e , met de Ho orn en o f *TUR"
Sprieten zeer la n g , getyteld wordt. In Sw e e -
den komt h y ook zeer menigvuldig v o o r ,
in de Sch uitjes en de gefchilde B o om ltam m en :
d ew y l de Landlieden daar H u iz e n van bouwen
, noemen de, Kin deren h e m , deswegen
de T im m e rm a n , en het G emeen houdt het voor
Z o n d e , hem te kwetzen o f te dooden. In
V r a n k r y k , o f in de Z u id e ly k e deelen van Eu ro * 1
p a , fch yn t h y niet waargenomen te z y n . H e t
L ig h a am is een D u im b reed la n g , geheel A fc h -
graauw, hebbende de D e k fch ild e n met k le in e
H a a irtje s b e z e t , die dezelven gewolkt maaken.
H e t W y f je , welke het A g te r ly f van agtered
u itp u ilt , heeft dé S p r ie te n , als g ew o o n ly k ,
veel korter dan het Man n e tje .
( 2 5 ) B o k - T o r , die het BorJIJiuk gedoomd x x v .
h e e ft', de D ek fch ild en J lom p , . zw a r t , en schoenm**-
ten w e in ig g ew o lk t ; het Sch ild je b le e k ,
de Sprieten zeer lang.
D e K le u r fch yn t den Bynaam te geeven aan
dee-
( n ) Cerambyx Thorace Spinofo, Elytris obtufis atris fub-
nebulofis; Scutello pallido, Antennis longiflimis. Syft. Nat. X.
Cerambyx ater , Elytris punótatis maculis pallidis fparfis;
Antennis Corpore longioribus; Thorace Spinofo. Faun Suee.
481. Cerambyx nigro-nebulofus , Scutello pallido, Elytris
fujcQ-asneis. G a d d . Dijf, %j,
I. def.l . IX. Stuk. M m 4