XIII.
Hoofdstu
k,
tn v ie r zw a r te V la k k e n , de Sprieten la n g
beeft.
Blaauwagtige zwart gevlakte B o k kan de.eze
E u ro p ifch e met reden genoemd worden. H o e wel
h y in K a rn io lie niet zeldzaam i s , hadc
D o k to r S c o p o l i hem doch op de A lp e n
nooit ontmoet. D e H e e r G eof froy geeft
’er den naam aan van la R o fa lie : hy befchryft
en beeldt hem a f , als de vierde Soort van
Bokken , blaauwagtig Afchgraauw , met zes
bruine V la k k e n op de D e k fch ild e n . Z ie h ie r
z yn e befchryving van dit In fek t.
” H e t i s , zegt h y , een der fraaiften van ons
, , L a n d , zynde één en een vierde D u im s lan g ,
, , een derde D u im s breed. H e t heeft den K o p
, , A fch k le u rig blaauw, met de N yp e rs zwar-
„ te r : de Sprieten z y n g ro o t, anderhalfmaal
„ zo lang a l s h e t L y f , van het zelfde B la auw ,
„ hebbende aan het end van ieder L id een
„ dotje graauw D o n s , het geen eenfcheiding
„ in het Blaauw en dus de Sprieten zeer fra ay
, , maakt. H e t Borftftuk is blaauw, met een
„ bruine R o etk leurige V la k voor op hetzelve*
„ D e D e k fch ild en z yn van de zelfde blaauw-
„ agtig Afchgraauwe K le u r , ieder met drie
„ V la k k e n getekend, waar van eene die k le i-
„ ner i s , om la a g ; een zeer gro o te, die de
s) geheele breedte beflaat, in ’t m id d e n , en
„ eene van middelbaare grootte om hoog.
„ D e e z e V la k k e n z y n b ru in , d o f van K le u r
en
9t en F luw e e la g t ig , om rin g d , zo wel als d ie v.
„ van \ B o rftftu k , rriet een Streep van bleeker A£ “ *u
„ K le u r dan het overige des L ig h a am s . V a n H o o f d -
„ onderen is het geheele In fe k t fchoon blaauw; stuk.
„ de Gewrichten der Pooten z y n a lle en lyk b r u i- ,
„ ner. Men vindt het in de Stammen van ro t -
„ tige B o om en , gelykerw y s het volgende, en
„ ontmoet, het fomtyds ze lfs in de H o u t tu i-
„ nen ( * ) D e e z e Soort komt ook voor in
Sweeden.
W y geeven hier de A fb e e ld in g van een der- pL. r i x v ,
g e ly k B o k je , doch dat k le in e r i s , uit de V e r - s '
zameling van den H e e r W . v a n d e r M e u k
e n . H ie r in is o pm e rk e ly k , dat het de L e e d jes
der Sprieten zeer d ik geknobbeld h e e f t ,
zo dat z y z ig als met zwarte Kraaien ve rto o -
nen. D e Sprieten z y n omtrent zo lang a l s ’ c
L y f , dat ongevaar de langte heeft van een
D u im .
( 2 4 ) B o k -T o r , dit bet Borftjluk gedoomd x x iv .
beeft, met vier geelt Stippen , de Dek. Timmer.
fcbilden Jlomp en gewolkt; de Sprieten man‘
u item a a te lang. . \
D e e -
(*) Hifi. des Inf. tnv. Paris. Tom. I. p. io».
(24) Cerambyx Thorace Spinofo pun&is quatuor lutéiij
Tlytris obtufis nebulofis, Antennis longifllmis. Syfl. Nat. I .
Cerambyx nebulofui, Antennis Corpore longioribus, Thorace
pun&ls quatuor luteis..Faun. Snee. 479. It. OU. I. Capricor-
nus Ruflkus. PF.I. Gaz. T. *. f. S. MO U IT, Inf i j l ,
f. 2. F R I S C H . XIII. T. 1 2 . .
I. m&L. ix . s tu k . M tn 3
«K