V r D e e z e Byzonderheden hebben aanleiding ge-
A fdeel. g even tot eenige OnderdeeliDgen van dit u it-
Hoofd, gebreide G e fla g t , nog meer Soorten bevattende
stuk. ja n het voorgaande. D e H e e r G e o f f r o t t
Verdeeling. fcheidt ’er de genen van a f , die de Sprieten
wel Knodsagtig aan ’ t e n d , doch ongeknakt
h e b b e n , onder den naam van Rh inom ace r , in ’t
Franfch B e cm a r e ; hoedanigen hy ’er verfcheide-
ne omflreeks P a rys vondt. N o g een ander G e -
flagt heeft h y , genaamd M y la b r is , ’t welk als
middelflagtig fcheen te z yn tufichen de G o ud haantjes
en O ly p h a n tje s , hebbende vier P ro e -
vertjes o f k le in e Sprietjes aan ’t end van een
ko rte en breede Snuit. M en vindt zodanigen
op de Bloemen.
D e Olyphan tjes z y n , i n \ algemeen, zeer
Peu> fchadelyke Infekten. Hun n e Maskers o f W o rm p .
je s , hoe klein en hoe week van ^e lfftan d igh e id ,
z y n voorzien met een Schulpagtig harden K o p
en P o o te n , ’t welk ze in ftaat Helt om in harde
Stoffen te booren en die te knaagen. D it is
in de Kalanders o f Koornwormen , g e ly k w y
zie n z u lle n , zeer blykbaar. O p g ely ke manier
worden ook de E rw te n , Boonen en andere
Meelagtige Peu lv ru g ten , door dergelyk O n g e -
diert d ikw ils uitgegeten en vernield. Anderen
z y n ’e r , die in de Bladen van het Geboomte
b o o ren , en a ld a a r , op gelyke m a n ie r , hun
V o e d z e l zoeken ten koften van het L o o f . M e n
v in d t , onder de T o r re t je s van dit G e f la g t , die
zeer v lu g fpringen : men v in d t ’er die fie r ly k
ge-
gekleurd z y n ; en de S n uit aartig bedekt heb-
ben met Schubbetjes o f g e p lu im d ; g e ly k w y in xi.
de byzoudere be fch ry v in g zu llen z ie n . H<m f d -
L i n n je u s maakt v y f O n d e rd e elin g en : waar
Soorten.
van de drie eerften z y n van O lyp han tjes met
een lange S n u it : de twee laatften met een korte
S n uit. D e drie eerften hebben o f de D y -
ën als g ew o o n ly k ; o f zeer d ik om te kunnen
fpringen ; o f ftekelig en als ’t ware getand: de
twee laatften hebbenze met o f zonder Stekeltje
s. H y betrekt tot dit Geflagt tagtig Soorten,
waar onder eenigen zo g ro o t , dat z y wel den
naam van O ly p h a n t-T o r re n mogen voeren , b y
voorbeeld de twee eerften.
E E R S T E A R T I K E L .
M e t een lange S n u it : de D y ë n eenvoudig.
( 1 ) Olyp h an tje met een lange S n u it , zw a r t ; 1.
hebbende het BorJIJluk o vaal en p la ta g t ig ,p ^ e t -T « .
de D e k fch ild en kort en gejlre ept.
D o o r geheel Ooftindie z y n zekere B o om e n ,
naar de Dadelboomen g e ly k e n d e , waar van de
Indiaanen de Sago be reid en , welke z y eeten in
de plaats van Brood. In Japan noemt menze
G k b -
(1) Curculio longiroftiis ater, Thorace ovato planiulcülo,
Elytris abbreviatis ftriatis. Syji. Nat. Gen. 177. M. L. U.
Coflus Saguarius. Rumfh. Herbt p. 79, 83. T. 17. f. G, Pet*
C a z . T. 3 5 . f. J. MeRIAN. S u r i n , T, f. J.
I. deel. IX. Stu k.
H l
ü __
B i j l J r
HUI ■ 5 vtli I
lü M
H