Afdeel Parys’ öiet gevouden te hebben; zo min als
' de Heer M u l l e r in Deenemarken. Doktor
H o o fd - S c o p o l i haalt het aan, wel is waar, als in
stuk. de woefte Plaatfen, of Boflchagiën , niet zeldzaam
zynde, doch het zou kleiner zyn dan dat
der Berken ; terwyl L i n n m u s aanmerkt, dat
het grooter en langwerpiger is dan het volgende.
r^tJiina Cr4) Goudhaantje dat Eyrond is en Koper•
Geel Goud- kleur.
haantje.
De Koperkleur, zou men zeggen; wat heeft
die gemeens met de Kleur van Eijerdooiren.
Doktor S c o p o l i , evenwel, verklaart zulks,
met aan te merken, dat de Kleur is , naar Geel
Koper trekkende, met eenig Rood daar onder
gemengd. Meteen Glans als van gepoly ft Koper,
zegt L i n n je u s. Het zou op de gladde Wilgen
en Popelieren voorkomen, de Bladen van
onderen verteerende; ’t welk op de Maskers of
Wormpjes ziet, die onder het eeten zig fchik-
ken op evenwydige lynen. De Afbeelding van
R o e s e l vertoont zulks ten duidelykfte,- doch
die geeft de Kleur o p , als tuflchen donker
groen en donker blaauw fpeelende; ’t welk
veel van Geel verfchilt.
De Heer G eo f f r o y twyffelt, o f hier toeook
( h ) Chryfomela ovata aenea. Syft. Nat. X. Chryfomela s -
cei coloris. Faun. Sutc, f i f , R o k ï . Inf. II. Star. UI , p.
S• t . r.
ook te betrekken zy een Goudhaantje van bo* V.
ven Rood Koper kleur, van onderen glanzig Afdeel.
zwart, ’t welk zyn Ed. la Cbryfomele Briquetée hoofd.
noemt, en waar van de Wieken fchoon rood stuk.
zyn. Het heeft de Dekfchilden bruin rood een
weinig gebronft ; welke Kleur hy niet beter
wift te vergelyken, dan met de Kleur van die
oude Koperen Medailles waar op door den tyd
een foort van Vernis gegroeid is. Het ee-
nigfte Infekt, van deezenaart, omftreeksParys
gevonden, was langer dan een derde Duims (*_).
(15) Goudhaantje dat Eyrond en blaauw ist xv.
met bet Borjtfiuk, de Scbenkels'en betLyf vornan
agteren, roodagtig. kemgras.
In dat geknoopte Kruid, met kleine Blaadjes,
"t welk zo gemeen is aan de Wegen , en Var*
kens-Gras geheten wordt, zou dit Goudhaantje
zig onthouden. T e vooren was gezegd, dat
het zyn Neft maakt in de Gallen van den Wilge-
boom ( f ) . Het Torretje van R e a u m d r , dat
hier aangehaald wordt, komt van een Wormpje
, het welk zig gelyk die der Lelie-Torretjes
onder zyne Uitwerpzelen verfchuilt, knaagende
de Bladen van de Stoelen der Gerft en Haver,
met ftreepen in de langte, daar het Blad zig
een
(*) H>ß. des Inf. env. P a r is . Tom. I p. i6 i .
(15) Chryfomela ovata csrulea, Thorace, Femoribus, A-
noque rufis. Faun. Sutc. 440. R £ A U M, Inf. III. T. 17. f. IJ,
( f ) Faun. Suecic. Ed. I. p. 133.
; I. Dbm .. ix. Stuk. C c 3