VI. ,, king, dïgc aan den Kop affneed, dat ieder
Afdeel* ^ Hoorntje aan de Schaar bleef hangen, en
pe&FD- ,, aan de by zynde Perfoonen getoond kon
„ worden. Zo dra de Slak één Hoorntje ver.
,, looren hadt, trok zy z ig , naar de algemee-
j, ne gewoonte, ylings in haar Huisje teiug,
j, en. dewyl ik een aanmerkelyken tydmoest
wagten, eer zy daar uit-weder te voor-
fchyn kwam , zo bragt ik eenige Uuren
door, met het affnyden van alle de Hoornt-
„ jes. Dit gefchied zynde , tekende ik het
„ Slakken-Huisje met een byzonder merk
j, van O ly -v e rw , en liet de ïSlak toen viy
loopen in myn Tuin. Twaalf Dagen gin-
,, gen vóorby, eer men ze weder kon vin-
,, den, niettegenftaande aan de Boonöladen,
, , waar op ik haar in ’t eerft neergelegd had,
genoeg blyken waren, tdat zy by der hand
„ zy n , leeven en eeten moeste. Den 13 Oc-
, , tober viel zy mynen Bedienden weder in
*t gezigt, en, toen ik ze voor my leid ,
3, wagtende met verlangen a f , in welk eene
„ Geftalte zy zig zou vertoonen, kwam z y ,
„ na verloop van een Kwartier Uurs, met
„ vier nieuw gegroeide Hoorntjes te voor-
, , fchyn. De langte derzelven was echter
niet Natuurlyk; zynde de onderfte Hoornt-
,, jes vry veel langer dan de bovenften; [ge-
ss lyk zyn Eerw. dit duidelyk afbeeldt.J
!* Zulks dan met Tekening en Kleuren in A fbeelding
hebbende laaten brengen , gaf ik
’ • ’ ' „ aan
T i
aan mync Slak de vryheid wedèr. En, toen VI.
9 zy my, den 20 Oftober, by het afpluk- A f ° e e l*
„ ken der Boonen, gevallig onder’t Oog kwam, h o o f d -
„ zo waren haare vier Hoorntjes volkomen s t u k .
., uitgegroeid en hadden niet alleen de behoor-
,, lyke langte, maar ook de bovenfte haar
,, zwarte Stipje (*).
„ In zulk een toeftand liet ik deeze Slak,
„ met haare nieuwe en versch gegroeide
„ Hoorntjes, tot aan den 7 November onge-
„ ftoord voortleeven: doch op dien Dag ftel-
„ de ik ’er een nieuwe Proefneeming op in ’t
„ werk. Ik fneed haar den K o p , thans met
„ zyne Hoorntjes, en wel digt agter de groot-
„ l t e n derzelven, zodanig a f , dat-Kop en
5, Hoorntjes op den Ta fe l vielen, en na de
„ affnyding afzonderlyk konden gezien wor-
„ den. De Slak trok z ig , op de gewoone ma.
„ nier, onder het van zig geeven van een
„ Schuim, die het Slakken - huis overftroom.
,, d e , te rug. Ik zette haar toen weder in ■
„ de Tuin en lietze in vryheid. Eenige Da-
„ gen zag ik zp , inzonderheid ’s morgens en
,, ’s avonds, van de eene plaats naar de an-
,, dere zig begeeven ; maar , toen zy begon
„ in den Grond te kruipen, nam ik haar aan-
„ ftonds naar Huis, en deedze in een met
„ Papier bedekt Suikerglas. Zy b le e f, wel
„ dra, aan den zydwand van het Glas onbe-
,, woo->
(*'j De zelfde, Tab. I. Fig. 3.
L 5
I . De e l . XIV. STüit.