VI.
Afdeel, XXIV. Hoofdstuk.
Gébruik,
niets anders zyn dan dit Been. Zyn Ed. hadt
een dergelyk Voorwerp , ’t welk zig in de
Kabinetten van de Koningin van Sweeden en
van den Raadsheer Graaf v a n T essin be-
vondt, als eene Soort van Pinna voörge field,
doch zyne twyfeling tevens, daaromtrent,
geopenbaard: (*)■
Dat de Spaanfche Zee - Katten , zo wel
als de gewoone, gegeten worden, is niet
vreemd. Men vindt zelfs aangemerkt, dat
het een zeer goede Spyze is , wanneer zy
wel wordt klaar gemaakt. De Rykenen Wel-
lustigen, in Italië, maakten ’er gebruik van
öm de Geilheid op te wekken. T e Rome oor-
deelt men dezelven best te zyn in de Winter-
Maanden. Van fommigen worden zy geftoofd,
van anderen gebraden, en mln vindt ’er ook,
die ze als Beulingen opftoppen met Vlecscfc,
V e t , Groente en een weinig Zout. Dè Koks
moesten zelfs, voorzigtig z y n , dat, door het
affnyderi der Wiekpn, het zwarte Vogt niet
uitvloeide; dewyl hetzelve een byzondere lekkerheid
gaf aan de Saus. In ’t algemeen,
echter, wordt aangemerkt, dat de Loligo
een taaije en niet gemakkclyk verteerbaare
Spyze uitlevert, en derhalve fchadelyk |
voor alle die zwak van Maag zyn ,’ inzonderheid
voor- de genen die met Lammigheid
iiï eenige Lighaamsdeelen zyn gekweld.
( 5 3 I I
(*) Tinna, festi pellucida patula Pennam réferèntei M. L
U. S^jt. Nat. X. p. 7 ° 8 .
Té’) Z e e -K a t, die het Lvf van agteren met VI.
rtnde Vlerken heeft. A fdeel.
HoofdÖ
h É e Ridder hadt deeze Soort niet g e z ien ,s t u k .
die echter reeds by R o n d e l e t iu s , A ld r o v an SepZ ‘a.
dus en Jo h n s t o n , is afgebeeld, komende inKtónt^,
de Middellandfche Zee . voor. R o n d e l e t iu s j*& 4. *
merkt aan , dat dezelve naar een eerst ter
wereld komende Sepia zweemt, hebbende
niet meer grootte, dan die van een dikken
Duim. Zy befiaat, zegt by* uit agt V o e tjes
o f Steeltjes, en heeft twee Snuiten,'doch
geen Ruggebeen o f Zwaardje. Op ieder z y -
de is een Vinnetje aangehecht, dat rond i s ,
en noch in plaatzing, noch in figuur, naar
de Vinnen der Zee-Katten gelykt. De Kleur
is geelagtig, met kleine Stippen op de Rug.
In Mond , Oogen, Buisje en, inwendige deelen,
verfchilt het Dier weinig van de Zee- Katten.
Ook is het zagter dan Vleesch en dus lekkerder
dan dezelven; doch wordt, wegens zyne
kleinte, niettegenftaande men het in groote
menigte met andere Visfchen vangt, meest
verwaarloosd en weggeworpen. Men noemt
het Sepiola, om dat het meer naar de Sepia,
dan naar de Loligo o f Polypus, gelykt. Dus
ver-
(5) Sepia , Corpore postice Alis duabus fubrotundis , "f.
Syst. Nat. XII. Sepiola R ond Piscium. 519. JONST ^Aquat,
Tab. I. f. 8. Sepiola RondeletiU Aldkov, de Mali, Libr, I,
Cap. s .