Vï.
A fdeel. XXV. H oofds
t u k .
Zeilende
Kw«L
den Kop ppwaards gekromd , en den Buik
blaauwer dan het Bovenlyf. Zyne Zeiltjes
neerlaatende gaat het echter in ’t W ater voort,
door de beweeging van het L y f en de aanhangende
Baarden (* ) •
De blaauwagtige Kleur, die ook in de aangehaalde
Voorwerpen van Im p e r a tu s en
B rown plaats had, zou haast doen denken,
o f niet dezelven meer met de Bezaant-
jes van R u m p h , welken de Zeelieden ook
wel by de Wind Zeilers noemen, overeenkom-
ftig waren, dan met de voorheen befchreeve-
ne Soort van Holothurios. Zie biei,. ondertus-
fchen, de naauwkeurige befchryving, welke
ons L o e f l in g van de Medufa Wüella ó f Zeilende
Kw a l, die hy in de Oceaan, tusfchen de
Keerkringen, inzonderheid by ftil W e e r ,
overal gezien hadt, heeft nagelaten.
Het L y f is ovaal, van onderen plat,
3, van boven verhevenrond, Lilagtig, door-
; . fchynende, Hemelschblaauw. Het heeft
„ een langwerpig rond, Beenig, Schild, met
3, ovaale Kringen, die aan elkander evenwy-
dig z y n , getekend, waar van het middel-
„ p u n t fpits uitpuilde ( f ) . ö p het midden
van het L y f ftaat een fty f Vlies, dat half-
” cirkelrond is , loodregt en fchuins op de
J • „ lang*
gis Amboinfche Rariteit kamer. p. 49.
( t ) Dit Beenig Schild onderfcheidtze genoegzaam van ü-
Holothurien o f Zee - Blaazen , voorgemeld,