VI.
A f d e e l .
XII.
H oofds
t u k .
Soorten,
JJoris
Nerrucofa,
Wrattige.
Geflagt. Het L y f is kruipende, langwerpig
van onderen v la k : den Bek hebben z y van voo-
ren, onderaan: het Aarsgat yan agteren, met
Haairtjes aan de bovenkant bezet: twee Hoorntjes
o f Voelers boven aan het Lighaam, van
vooren, in Gaatjes waar binnén zy kunnen ingetrokken
worden.
’t Getal der Soorten is vier; waar onder twee
van de Kust van Noorwegen, uit den Noorder
Oceaan; één uit de Middellandfche, en ééne
uit de Indifche Ze e , die de eerfte is , als hier
volgt.
O ) Z e e -S la k , die langwerpig is, met bet Lyf
van boven overal geknobbeld.
Deeze heeft, volgens Linn.eus, het Lyf
langwerpig, half Cylindriscb, verhevenrond,
aan de enden rondagtig, van boven Wrattig:
de zydrand is nederwaards omgeboogen: de
Voet gelykt naar dien der Slakken, zynde
langwerpig ovaal met een vlakken rand. Aan
den Bek heeft z y agt, o f daaromtrent, zeer korte
Baardjes.
Het Dier, by Seba onder de Myters (Mitella)
voorkomende, en hier aangehaald, wordt
niet befchreeven. In ’t Werk van Rumphius
wordt van een Wrattige Zee-Slak gewag gemaakt,
( i ) Dor is oblongs, Corpore fupra undique tnberculato ,
Syst, Nat. XII. Gen. 28+. Limax Marina Vermcofa. R um ph ,
And. p. 38. Mitella Vcmicofa. Se b . Kab. II, T. fil. f . $.
die de gedaante van een naakte'Aard- VI.
flak heeft, doch dikker en bultiger zynde, op XIL
de Ru» met groote Wratten b e z e t, zonder H o o fd -
Schild "of Doorn. Men vindt haar aan de Klip- s t o k .
pen: z yb ly ftlan g op ééne plaats zitten, ge-
lykerwys de Patellen o f Klipkleevers; weshalve
men die plekken altoos aan de gladheid kan
onderfcheiden. Ook vindt menze onder aan
Klippen hangen, zelfs daar die met Zand bedekt
zyn, gelyk de Pisfebedden in vogtige
Kelders. Voor aan den Kop fteeken zy twee
lange Hoorens uit, waar mede zy den weg fchy-
nen te zoeken, o f voor zig uit te ■ soelen naar
haar Aas, In ’t Ambonsch worden zy Ulayl o f
Ulael geheten.
( e ) Z e e -S la k , die Eyrond i s , hebbende h t R
Lyf van boven wet een plat ruuw ^ata.
Plaatje.
Aan o f omtrent' de Zee-Kust van Noorwegen
, wordt dit Slakje dikwils in de Lever
der Platvisfchen, en zeer gemeen aan de Steenen
gevonden. Hetzelve heeft het L y f Ovaal,
door Pukkels ruuw en verhevenrondagtig, met
twee Hoorntjes o f Voelers van vooren. Tw e e
horizontaal op elkander leggende, gelyke,
wit-
I. d e e l . XIV. S t u k .
(a) Doris ovata , Corpore fupra Lamelli plani fcabrS.
gyst, Nat, XII. Limax bilamellatus. Faun, Suec. II, Q094.