4c6 B e s c h r y v i n g v a n
#
VI* , daar van behoort, hebbende zqnder twyfel
A fdf ft j
XXV. J» haaren oirfprong uit de Bitumineufe Ade-
H oofd- , , ren, welke o f op den Bodem cjer Zee, of
s t u k . » ^ jn L ancj } daar 2ee tegen aanfppelt,
„ zig bevinden. Wanneer men LichtgeevencJ
„ Zeewater in ’t Zand oyerhaalt, . gaat de
„ Lichtende Stoffe niet over, maar blyft ’er
„ in , tot dat twee derde deeleq overgekomen
, , zyn, en, vervolgens het Vuur vermeerderen*
„ de, om pok de rest over te doen ggan, zp
„ verdwynt de Glans t’eenemaal” .
Verfchii- W y zien dan dat de Kwallen het eigentlyk
menigte. zo genaamde Vuuren der Zee niet altoos ver-
oirzaaken. Zy komen, niettemin, zo ’t fchynt,
in alle Zee-en des Aardbodems voor. Meq
ziet ’er fomtyds den Atlantifchen Oceaan, op
fommige plaatfen, als mede bedekt, en zy
ontbreeken ook geenszins in ’t Noorden, noch
aan onze Kusten. In ’ t jaar 1762, zegt de
HeerB-AsrEa, was ’eraan de ZeeuwfcheStranden
eene verbaazende menigte van , zo dat
menze, met laag Water, by honderdduizenden
zag leggen: de Visfchers, z e lfs , haalden
hunne Netten vol Kwallen pp, en ' vongen
zeer weinig Visch. Obk werden ’er, dat Jaar,
in het Spaarne by Haarlem gevangen; doch
deeze waren byzondere Soorten t van zy-
ne Zee - Kwallen verfchillende, geiyk wyzien
zullen
Kenmer* De algemeene Kenmerken der Dieren van
dit Gellagf zyn zeer eenvoudig. Zy hebben
een doorfchynend, Lilagtig, rond Lighaam, VI.
dat zig als een ronde Koek o f Paltey vertoont,
hebbende den Mond van onderen, in ’t middel- Hoofd-
punt. STÜK*
Sommigen zyn Haairig, anderen hebben eenSoorten'
foort van Voelertjes of Armen, o f een Zeil
van boven, en men vindt ’e r , die maar halfrond
zyn. Deeze verfchillendheden (trekken
tot bepaaling van de twaalf Soortpn, welken
thans dit Geflagt begrypt.
('i') Kw a l, die rond is, van boven plat, van f.
^ J * , Medujk
onderen wat uitpuilende, gevoord en ruig. Porpita.
^ndifche.
Pl cxil
In de Chineefche Verzameling van den Heer f!£, l.
L agerstroem bevondt zig deeze zeer zeld-
zaame Soort van Kwallen , in onze Fig. 1 ,
op*Plaat C X I I , afgebeeld. Het is een Lil-
Kraakbeenagtig Dier, ruim zo groot als een
Lupinen Boontje, aan de bovenzydc plat en
geftreept, van onderen verhevenrond en met
een Fluweelagtig Dons bedekt. Men kan uit
de geheele Geftalte niet twyfelen, o f dit zal
het Origineel zyn van de Steentjes, die reeds
over lang Porpites zyn genoemd geweest en
daar van krygt deeze Kwal haaren bynaam.
Het
(x) Mtdufa orblcnlaris, fupra plana, fiibtus convexluscula,
fulcata, villofil limoen- Acétd. IV. p. 255 T. 3. f. 7> 8»
Medufa parva, figura Porpita:. M u f Tesf. 96. Animalcula ex
ïv ic a , Maris Meciiterranei, A & . Angi, jo u p, ao5l*
C c 4