B e s c h r ï v i n g v a n
VI. Onder de Soorten , thans op zestien gerekend,
XXVI. * ïiiaakt hy deeze fchifting. Zy zyn o f onver-
Hoofo- de'eld, o f met infnydingen, als een Ster , o f
sou!ten zeer ^uidelyk gehraald. Van de eerften is
maar ëéne Soort bekend, die naar een halve
Maan gelakt; van de anderen negen, en van
de laat Hen zes Soorten. T o t deeze-wordt
ook het zo berugte Medufa - Hoofd, als de
laatfte Soort van dit Geflagt, betrokken.
Onverdeelde Zee-Sterren.
i. CO Zee - Ster, die onverdeeld en balfmeansvsyze**''
ze gerond-is.
Maan.
Men vondt dit zonderlinge Voorwerp in de
Verzameling van L a g e r s t r o em , en dus uit
de Indiën o f uit China afkomftig. Het L y f
was platagtig, naar een zogenaamde Halve
Maan met Punten gelykende en overal met
flaauwé verhevene Stippen befprengd zynde,
zonder eenig fpoor van Mond o f Afgangs-
opening.
Verdeelde Zee - Sterren.
ii. C2) Zee-Ster, niet dertien Str aaien, die over-
al met Bundeltjes gedoomd is. ■ pappnfa. J ®
ftraaiige. Het groot fte getal van Straalen, onder de
ei-
( t i AtterUs integta femi - orMcularis Lunata. Amosn. Ac ad.
IV. p 25(5. T. 3. f. 14.
(2) A s t e r s Stellata, Radiis tredecim, undique Fascicuhs
niu«
B E Z e e - S t e u r e n . 441
eigentlyke Z e e -S te r r e n , heeft in deezeA]7^
plaats. Men vindt Westindifche, in de Ka- x x v i . *
binetten, die twaalf-Straalig zyn , en de Straa- Ho o f d .
len zeer oneffen hebben, hoedanig één ’er in STüK;*
’ t Werk van Sera is afgebeeld, die. aldaar genoemd
wordt, Amerikaanfche Zee - Star met
gekronkelde Straalen, zynde donkerbruin, met
Aschgeel gemarmerd. L inckius, die de zy*
ne üodekaktis noemt, merkt aan, dat ieder
Straal, van onderen, door een zeer wyd Kanaal
gefpleeten i s , en de Mond, die een Cirkelronde
opening heeft, met zeer fyne fcher-
pe Tandjes gezoomd : zynde het Dier zeer
broosch. Dit betreft de Twaalfftraalige, die
my weezèntlyk fchynen te verfchillen van de
Dertienfiraaligen , hoedanigen hy vierderley
Exemplaaren van de Kust van Noorwegen
hadt
Hy onderfcheidt dezelven dus. 1. De klein-.Dertien-
Ite geeft als uit een Zonnefchermpje haare ftraaise’
dertien Straalen uit, die digt gehaaird zyn en
bleek Bloedkleurig. Het uitgeholde middelpunt
van de Rug is, zo wel als de Kanaalen
o f Sleuven der.Armen, zeer Wollig en de Bek
veelhoekig, bezet met Tandjes. 2. Die van
middelmaatige grootte was op de Rug Nets-
wyze verdeeld, en de Knoopen van ieder
Draad
mf
t
murirata. I in k . Steil. T. 84. f. 54. T. 32. f. 52. T, 17.
f. 28. C lus. Exot. 114. Se b , Muf, in , t . VIII. f. 5. C olum
n Phyt. T. 38. f. A ?
E e 5