VI. werpt. In Italië, Vrankryk, Spanje, heeft
^XIVL* het verschillende benaamingen, van het Latyn
Hoofd- afgeleid. Dus fchryft Bellonius , dat die van
stuk. Marfeille en Genua het Sopi noemen; terwyl
de Venetiaanen ’er den naam aan geeven van
Seppa. Andere Italiaanen noemen het Seccia
o f behouden het Latynfche woord. In Spanje
, zegt men, dat z y het Xibia heeten; doch
de Franfchen noemen het Dier Sêcbe, Seiche
of Bwffron. In ’t Engelsch geeft men ’er den
naam van Cuttle Fisb, Black Cuttlc of Black-
fisb aan; de Duitfchers noemen het fomtyds
een Zee-Spin, zegt A edrovandus ; die echter
rriis heeft, wanneer hy getuigt, dat wy Nederlanders
het de Spaanfche Zee-Kat tytelen:
want dit de naam is van de volgende
Soort.
Gefla!:e-. Men kan niet twyfelen, o f de gedagte be-
naaming onzer Visfcheren zal afkomfh'g zyn
van de Armen , welken dit Dier wel veel
kleinder dan die der Polypusfen, doch ook
ten getale van agt aan den Kop h e e ft, en
waar mede het zïg, als de Katten, weet vast
te houden aan Steenen o f Klippen , om niet
door het geweld der Golven te worden weg“
gerukt. Deeze Armen zyn , in ’t Leven,
Peesagtig, en geeven, als menze overdwars
doörfnydt, geen Vogt uit, maar maaken een
ronde uitpuiling op de plaats der Sneede; zo
dat zy eenigermaate Veerkragtig fchynen te
zyn. Trouwens, dit komt overeen met de
taaitaai
je , Lilagtige, Zelfftandigheid van het ge- VI.
heele Dier, dat van de Polypusfen v o o r n a a - f e y 1'
meryk door de figuur van zyn Agterlyf, . ’cHoofö.
welk langwerpig ovaal is , en door het Been-stuk.
aödg Rugge-Schild , dat in de Apotheeken
Os Sepia, en anders gemeenlyk Zee-Schuim genoemd
wordt, verfchilt. Bovendien maaken
de twee lange dunne Voelers, diegrootelyks
hy de anderen uitmunten, en ligt afbreeken;
eene aanmerkelyke byzonderheid van dit
Schepzel, het welke door de Zwarte S to f ,
die het uitgeeft, al van ouds berugt is geweest,
en nog heden deswegen bekend is aan de Visfcheren.
De Z e e -K a t moet, zo wel als de Poly-Groots
pusfen, aanmetkelyk in Grootte verfchillen.
Men vindt ’er dikwils, die het L y f van een
Vpet o f langer hebben, doch fommigen zyn
naauwlybs grooter dan eens Menfchen-Hand.
Dit verfehil van Grootte z a L waarfchynlyk
van den Ouderdom afkomflig zyn: want het
is niet waarfchynlyk dat de Zee-Katten, ge-
lyk P l in iu .s . wil , maar twee Maanden lee-
ven, en geheel onbegrypelyk, dat z y in dien
tyd tot zulk een Grootte zouden aangfoei-
jen. Anderszins zouden de Eijeren van evenredige
grootte dienen te zyn , naar die van
het Dier; indien ’er naamelyk een Soorte-
lyk verfehil plaats had in de Geflalte.
De werking der Armen hangt meest a f van Armen,
de lepeltjes, waar mede z y , zo wel als in
A a ' «kf