VI.
A fdeel. .
XXIII.
H oofdstuk.
viaK
X X I I I . H O O F D S T U K.
Befcbryvmg van ’£ Geflagt der V ler kw o rm en .
Naam. T " \ a t ik den naam van V ler kw o rm en , niet
oneigen, aan die van dit Geflagt gegeven
heb, toont my het nazien der afbeelding
van den Heer B r ow n , door wien de Geflagt-
naam Clio op dezelven is toegepast. Een der
Zanggodinnen heeft deezen naam gevoerd,
welke, zo men w il, van de Glorie en berugt-
heid der Gefchiedenisfen, die z y opzong, af-
komftig was.
Kenmei- De Kenmerken beftaan in een zwemmend
ken' Lighaam te hebben, dat langwerpig is , met
twee Vliezige Wieken, die tegenover elkander
aan hetzelve geplaatst zyn.
Soorten. Van deeze Vlerkwormen zyn de volgende
drie Soorten bekend.
. i. ( O Vlerkworm, met een famengednikte Schee-
& T ■ - "'''de en gefiaart.
Geftaarte,
Deeze Soort onthoudt zig, gelyk en by de
volgende, in de Oceaan, zo wel onder de
beete als Yskoude Lugtftreek. M a r t e n s
heeft evenwel aan de zyne geen Scheede af-
gebeeld.
( a ) Vlerk-
. CO cl!o Vagina compresfa Caudata. BROWN Jam. p. 386*
Syst. Nat. XII. Gen. 295.
Ca) Vlerkworm, die den Bek fchuins geknot VI.
beeft, en een driehoekige pyramidaale ^*>EEU
Scheede. H o o fd s
t u k .
Van deeze geeft de Heer B rown niet al- r„y raImr*im.
leen de Afbeelding, maar ook de volgende data,
omltandige befchryving. „ Dit fraaije kleine daaie™'
„ Schepzeltje-is, met deszelfs Scheede, zel-
„ den meer dan een half Duim lang. Het
,, L y f , dat ondoorfchynende, dun en aan ’t
„ end puntig is , heeft een klein rond Kopje,
„ met een kleinen fcherpen Bek, en een paar
, , fchoone groene Oogen: de Schouders met
„ twee Vliezige uitbreidingen, door middel
„ van welken het z ig , met groote fnelheid,
, , op o f onder de Oppervlakte van ’ t Water
„ beweegt, maar het laagfte deel van ’t In- - j r
, , lekt is vast aan den ,bodem van de Schee- *
„ de, waar in het krimpt, en floot zig van
„ daar uit , naar het de gelegenheid vereischt.
,, De Scheede is van een vaste zelfflandig-
,, heid, doorfchynende en groot genoeg om
„ ’t geheele Lighaam te bevatten, van dit
„ Schepzel, en, by gelegenheid, ook deszeifs
,, Vliezige uitbreidingen. Het is van een re-
„ gelmaatige figuur, fcherp van onderen, aan
, , ’t end puntig en gemeenlyk omtrent , vier
,, tienden Duims lang. Ik heb twee andere
„ le-
(2) Clio Vagina triquetra , pyramidata, Ore oblique trim-
cato. BROWN Jam. p. 386. Tab. 43. Big. r.
I. deel. xiV. Stuk.