VI. (13) Zee -Ster, die gepaald is, met de Straa*
' len als gefcbubd en wederzyds ruig ge•
XX* ï» i . J
H oofd- haaird.
STUK»
cmïrïs. Hier komt eïgentlyk dat fraaije Exemplaar
Gehaaïrde,jn aanmerking, ’ t welk ik in de middelfte
|ucxiM*j-,jg^r Qp onze p jaat C X I I I , de helft in
middellyn verkleind, uit myne Verzameling
heb doen afbeelden. De Straalen zyn meer
dan vier Duimen lang, en het L y f is rykelyk
. een Duim breed. Maar, het gene daar deeze
Ster meest door uitmunt, is zyne zwarte
Kleur, zo zeldzaam onder de Zee - Sterren.
]k wil echter niet verzekeren, dat die Kleur
in ’t Leven niet donker paarschagtig kan geweest
zyn. De Doorntjes, op de kanten, zyp
een Kwartier Duims lang, en taamelyk d ik :
de Straal - Leedjes leggen Schubswys óver elkander.
Het kan de Scolopendroides niet zyn
van Rumphius, noch ook niet de aangehaalde
van Barrelier , hoewel ik reden heb om
te denken, dat het uit de Indiën komt, gelyk
L innjEïjs van deeze Soort verzekert. De
Bellis Scolopendrica, “ welke L inck uit Groenland
gekreegen hadt, is ook een andere: zo
wel als zyne Rofula Scolopendroides, uit Breyn.
Hoe is ’t mqoglyk, dat hier, wederom, alle
' "/ ‘ ■ "a ' 1 Y ......... de
(13) AsterUs Radiata imbricata, Radiis utrinque ciliatis.
Syit, Nat, XII. Stella marina njinor Ophiocnemos f. Ophiurus.
Ea RR. Rat. 131. T. 1295. f. ï . L jn k . S t e i lT . 40»' f, 71!
f . 6$: U 34. f. j6: t, z<S, f. 4 2 ,4 3 .
de zelfde Figuuren van Linkius , b^na, al j^p.DEE^
op de twee voorgaande Soorten, worden aan- xxVL,
\ , , 9 H o o fd -
gehaald? sTUIC.
(14) .Zee -Ster, die gepaald is, met dubbelde
Straalen, de bovenften gevind, de onder- Gekamde.
p n Draadvormig.
De verwarring van onzen Ridder, ten op»
zigt van de Zee-Sterren, blykt niet duidely*
ker dan alhier, daar zyn Ed. de Figuuren
van Se b a aanhaalt, die weezentlyk de volgende
Soort vertoonen. Deeze is maar Tien-
ftraalig en komt derhalve overeen met dat
fla g, welke B a r r e l ie r Dekaknemos fimbriata,
dat is Tien-Beenig met Franje tyte lt, en dus
be,^ Z y f heeft de Rug bultig en gezwollen;
„ d e n Bek gebaard en met een Franje als van
Vy f Knevels, die Knobbelagtig zyn met
" gekrulde Haairtjes van anderhalf Duim
" lang, opftaande en naar de Opening omge-
* kromd, gezoomd; daar het Dier waarfchyn-
’ ly k , als met Handen, zyne Prooy mede
” ,, aan
(14) Atterias Radiata, Radiis duplicatis, fiiperioribus pin-
natis, inferioiibus Filiformibus. Amtsn. A c ad. IV- p.
Stella marina, decacnemos fimbriata. Ba r r . Rar. T. 12S2.
f i . Stella marina altera. C o lum n . Phytob. 109. T . ■ 29»
Stella Chinenfis perelegans, dupliciter radiata. Pe t . Gaz.
T . 4. f. 6. LINK. Steil. T. 37. f. 64 J öó. SEB. Muf. « I ,