VI, ze Wormen *. De Maskers der Torren wor-
(Afdeel. ^en t|ians nog in ’t algemeen Wormen, en wel,
Hoofd- wegens de gedaante, Kwacwormen genoemd,
s j'™ 'het Die der Wespen, Byën en andere Viervleuge-
ïXi stuk, lige Infekten, voeren gewoonlyk den naam van
■4* Wormpjes, en met meer R eg t, dewyl zy geen
f z ie het Pooten hebben, doch een duidelyken Kop f»
bi, ‘ioo! * Even ’t zelfde beeft plaats in de Maskers' der
4.'tzeifd.e Vliegen, die men gemeenlyk Maden noemt | :
W‘ 453‘ terwyl die der Muggen, ook Wormpjes genaamd,
van de Geftalte der Wormen en van
derzelver Eigenfchappen byna zo weinig heb-
f Bi, 542, ben, als de Oorwormen en dergelyken §.
Geftalte. De eigentlyke Wormen hebben, in ’t algemeen,
een Cylindrifch o f Rolrondagtig Lig-
haam, dat zeer lang is en naar de langte dun,
zonder eenige uitwendige Ledemaaten o f Ver -
deelingen. Dit ohderfcheidtze van de gedagte
Maskers der gevleugelde Infekten, waar van
het L y f gewoonlyk, even als dat der Rupfen,
in twaalf Ringen o f Leden is verdeeld. Door
geen Kop te hebben kan men de Wormen van
de Slangen en Adders fchiften; hoewel onder
de Lampreijen ook een Soort voortkomt, aan
55 z ie ’t welke men dén naam van Kieuw-Worm geeft.§§.
v i . st u k . Evenwel ontbreekt hun geen Bek, en fommigen
zyn zelfs met een blykbaar Snuitje o f Zuiger
voorzien.
voortgaan- Een byzondere manier van Voortgang, den
debeivee:- -yj-ormen ejgerij js zo zeer jn \ oog geloopen,
dat men die beweeging, welke de Darmen der
Men-
Menfehen en Viervoetige Dieren maaken, om VI.
de Spys en Drank, o f het mengzel van het in- Afdeel.
genomen Voedzel met de Dierlyke Vogten, en hoofd*
de overblyfzelen daar van , voort te ftuuwen, stuk.
eene Wormswyze beweeging der Darmen genoemd
heeft (*_). Hier door verftaat men ei-
gentlyk geen in ’t ronde kruipende ofSlang swy
ze beweeging langs de Wanden van den Darm,
maar eene beurtelingfe famentrekking in langte
en inw yd te , even als wy zien dat de W o r men
en dergelyke Kruipende Dieren, haar L y f
beurtlings inkorten en verdikken", beurtlings .
uitrekken en verdunnen. Dus heeft die beweeging
dau ook zo wel in de dikke als in de dunne
Darmen plaats, en, even gélyk de Wormen
, met hun voor - end zig vastzettende, voor-
waards kruipen, zo gefchiedc ook de voortgang
der Vuiligheden, Natuurlyk, naar het
vaster punt van aanhechting, aan ’t Fondament.
Deeze Voortgaande beweeging is , in de Aardwormen
, naauwkeurig waargenomen door den
Heer W eiss; d ie ’er aldus van fpreekc tt)»
, , Het uitwendig bekleedzel van den Worm,
„ o f deszelfs Huid, is van het eene tot het
, , andere end famengelteld uit Ringen o f Krings-
„ wy-
Motus PedftaMcus eft Vermicularis Inteftinorurn mo-
tus ------ contrahens Inteftina perperuo quafi repentes Versies
effent. BLANC, Lexic. Mei.
(pj Helvet. Phyf. Math, Mei. VoL. III.p. 37 j, &c.
I, Deel. xiv. stuk. A 3