VI.
A f d e e l .
VI.
H o o fd s
t u k .
Naam.
Kenmerken.
Soorten.
I i
Sipuncu-
l*s nudus.
Naakte.
V h H O O F D S T U K .
Befcbryving van H Geflagt der S p u it w o r -
m e n .
Die Wormen> welken L inn/eus onder den
naam van Sipimciihis o f liever Siphuncur
lm, begrypt, kunnen zeer gevoeglyk den
naam voeren van Spuitwormen , dewyl hun
L y f de Geftalte van een Spuitje heeft.
Die Geftalte maakt ook de Kenmerken uit.
Z y hebben het L y f wel langwerpig, doch niet
p la t, gelyk de Bandwormen. Het i s , in tegendeel,
Spilrond, agterwaards allengs verdunnende,
en van vooren faméngetrokken tot
een dun, Cylindrisch, Buisje. Ook hebben
z y , behalve het Mondje dat aan ’t end is
van dat Buisje, op zyde een Wratagtige Ope-
ning.
Tw e e Soorten zyn ’er, in dit Geflagt, opgetekend,
als volgt.
( i ) Spuitworm, die bet Lyf naakt beèft,
Die Worm, welken Rondeletius door den
naam van Lang- ó f Groötfnuitigè aangeweezefi
( j) Sipunculus Corpore nudo. Syfi, "Kat. XII. Gen. 079!.
Vermis macrorynchoteros Rondelctii. 3. G ï s n . ^Aquat. 102$*
Syrinx, Eohadsch Mtrin. p. 95. Tab, VII. Fig. 6 , ?.
zen heeft, en die in het Slylt der Moerasfen
van Z e e -W a te r , o f aan den Oever, van eene
yerbaazende grootte gevonden werdt, kwam
fomtyds, wel twee Ellen lang voor en èen
Duim dik, hebbende dus de gedaante van een
lange Beuling , en een Snuitje van grootte
als dat der Zeepaardjes, zegt G e sn er u s . Van
binnen was niet dan een lange Darmbuis, vol
Water en S lyk , waar uit men opmaakte, dat
dit alleen zyn Voedzel ware.
De Heer Bohadsch, in ’t jaar 1757 te Na-
pels zynde, heeft aldaar, in zyne Waarnee-
mingen op veelerley Zeedieren, dergelyk een
Schepzel afgebeeld en befchreeven onder den
naam van Syrinx, ’t welk een Fluitje betekent.
Hetzelve h'adt de langte van meer dan
a g r Duimen. , , Van den Kop tot aan de
j, Stadrt, zegt h y , was het Dier Kegelvoruiig,
op t breedfte drie vierde en aan dc
j, Punt een derde Duims overdwars. Het
,, breedfte deel, ó f de Bafis van den Kegel',
i, heeft een Mondje, bevattende een' Snuitje’
„ Kanaal o f Spuitje, van een fterk Vlies ge-
, 5 maakt en met driepuntige. Vleezige T e -
„ pels, van grootte als een Geerst-'koorntje,
voorzien zynde. Hét Spuitje is aan ’t ec-
i, ne End met den Rand des Monds geheel
„ vereenigd, aan ’t andere v ry , en kan naar
„ believen een Duim lang uitgeftoken, o f in
„ den Bek teruggehaald worden. Het Dier
J, fteekt > 20 ik my verbeeld, dit ons Spuitje
| / G - ^
i . ÜEÉL. XIV. Stu k . : 33 U lta
Vl.
A f d e e l .
VI,,
Hoofdstuk
»