III.
Hoofdstu
k .
Ronde
Worm.
Ik heb het fatfoen van den Heer, die ze daar
voor aanzag, en zulks tegen my {taande hielde,
willen bewaaren, en daarom zyn naam o f karakter
ongemeld gelaten ; ft welk thans dooiden
Heer Mqrk eenigermaate ten toon gelteld
wordt , met die zonderlinge uitdrukking van
Gensesrneejier dgezer Eeuw. Ik moet bekennen
de kragt o f betekenis daarvan niet te ver-
{taan: misfehien komt het door myne onkunde
aan de Friefehe Landtaal.
W a t , nu, de eigcntlyke reden der uitbarfting
van gedagte Zaadvaten aangaat ; kan ik den
Haagfchen Doktor v a n den Bornn , die onlangs
over de Wormziekten g'efchreeven
heefc (*_), niet toeftemmen, dat zulks een ge-
meene Zaak en niets byzonders z y . In tegendeel
kan ik niet begrypen , dat alsdan die groote.
Onderzoekers van de Wormen , R e m en T y s
o n , geen gewag zouden gemaakt hebben van
dergelyke merkwaardige Vertooning: te minder,
indien deeze Wormen, met de Ingewanden
uitgeftort, fomtyds uit het Lighaamgaan,
gelyk zyn Ed. verzekert Dit hadt geen plaats,
in de myne, gelyk ik aangetekend heb ; veel
minder is my bekend , dat het door op den
Worm te trappen veroirzaakt zy,en verbeeld my
dat het alsdan veeleer zou gefehieden door een
tegennatuurlyke , dan door een Natuurlykereet
o f
( * ) Hijioria Conjiitutloms Epidemie& Verminof& , 8tc. Authore
I, j . VAN DEN Bosch, -Med, Hagano. Lugd, Bat. 1769. p.-u.
o f fcheur. Ondertusfehen fcheende Heer van
S w ie t e n zulks als een Natuurlyke reden van
het uitbarften der Zaadvaten aan te merken
(*). Dat ’er fommigen Ei j er leggende, anderen,
volgens de natuur der Aardwormen, Jongwer-
pende voorkomen kunnen, is niet onwaarfchyn»
ly k , nu men vastftelt, dat ’er ook van het
Gellagt der Aardwormen in de Darmen van
een Mensch huisvesten. ,
Dus omffcandig de gedagte Aanmerkingen
befchouwd hebbende, gaa ik over tot dê Ei-
genfehappen der gewoone Menfchen- o f Kinder
Wormen. Z y hebben dikwils de langte
maar van zes Duimen en vallen dan binnen de
bepaaling van die van een Span, gelyk Lin -
nteus z e g t : doch men heeft ’er ook gezien
van een half Elle en langer. Men verhaalt ,
dat ’er door een Jongen van tien Jaaren é én ,
die drie Voeten lang was, van agteren uitgeworpen
z y t om nu niet te fpreeken van den
ronden Worm van dertig Voeten lang, tot
een Bal famen gekluwend, die uitgebraakt
werdt van een Jongen, volgens Baglivjus(J-);
want zodanige Historiën komen eenigzins ver-
dagt voor, en, indien zy al waar z y n , zou
men. mogen vermoeden, o f zulke Wormen
niet
(*) Van Sw ie ten Cfmm, Tom. IV. pag. 702. Ut ibidem
relatum. Hy zegt alleenlyk , Rima per quam, calcato Verme,
totum Vaforum Spermaticorum Syjiema elabi pojjit.
(t) G. van Doeveren. Dijfertat, ut fupra.
C 4
VI.
Afdeel.
III.
Hoofdstu
k.
Ronde
Worm,
Eigenschappen,